W192 oplegnotitie: Slimmer zoeken in BRP-V
Wat kun je vinden op deze pagina?
- 1 Omschrijving
- 1.2 Herkomst
- 1.3 Raakvlakken
- 2 Oplossing
- 2.1Huidige situatie
- 2.2 Oplossing
- 2.3 Gerelateerde wijzigingen in wet- en regelgeving
- 2.4 Openstaande punten
- 3 Invoering
- 4 Gevolgen
- 4.1 Wijzigingen LO BRP
- 4.2 Wijzigingen in HUP
- 4.3 Gemeenten (bijhouders)
- 4.4 Afnemers
- 4.5 IND
- 4.6 Caribische landen en Caribisch Nederland
- 4.7 RvIG-systemen
W192 oplegnotitie: Slimmer zoeken in BRP-V
1 Omschrijving
BRP-V geeft afnemers de mogelijkheid “slim” te zoeken naar personen. Zij kunnen zoekwaarden aan het eind verruimen met een wildcard, of zoeken onafhankelijk van hoofdletters of diakrieten. Slim zoeken is echter aan bepaalde regels gebonden, die onvoldoende garantie bieden dat een afnemer een persoon daadwerkelijk vindt.
1.2 Herkomst
Programma toekomst BRP heeft tot doel de kwaliteit en continuïteit van de BRP (stelsel en data) te borgen en te verbeteren. Eén van de initiatieven uit dat programma luidt: ZKF-01-01 Slimmer zoeken in BRP-V. Deze LO-wijziging komt daaruit voort.
1.3 Raakvlakken
Initiatief ZKF-01-02 Uitbreiden zoekfunctie – tranche 1 beoogt een verdere verbetering in het zoeken naar ‘onvindbare’ personen, bijv. door te zoeken met deels onbekende datums, of door met reguliere expressies meer complexe zoekvragen te stellen. Bovendien zal er een initiatief worden ingediend bij tBRP om de verschillende zoekmethoden in het BRP-stelsel voor zover mogelijk te uniformeren, zodat gebruikers op een consistente manier kunnen zoeken, ongeacht of ze de webservice of de BRP API’s gebruiken, of zoeken via BV BSN.
2 Oplossing
2.1Huidige situatie
BRP-V kent onderstaande slimme zoekmogelijkheden bij ad hoc bevragingen (beschreven in het Logisch Ontwerp BRP):
- Zoeken op het eerste deel van de rubriekwaarde, door aan het einde een sterretje “*” (wildcard) toe te voegen;
- Zoeken zonder onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters (case insensitive);
- Zoeken onafhankelijk van diakritische tekens.
2.2 Oplossing
De zoekmogelijkheden van Slim zoeken worden uitgebreid met:
- Zoeken op een willekeurig deel van de voornamen en geslachtsnaam: het sterretje mag overal in de voornamen of geslachtsnaam voorkomen; en kan staan voor 0, 1 of meerdere karakters.
Met zoekterm J*nsen vind je bijvoorbeeld:
o Jansen
o Jensen
o Johansen
o Jung Hansen - Zoeken op voorletters: door gebruik van spaties en sterretjes kun je in het voornamenveld zoeken naar voorletters. Daarbij kun je wel de volgorde bepalen, maar niet de precieze positie. Met zoekterm A*B* vind je bijvoorbeeld:
o Albert Berend
o Albert Pieter Berend
o Albert Berend Karel
o Albert Pieter Berend Karel
o Maar niet: Albert Pieter-Bas
2.3 Gerelateerde wijzigingen in wet- en regelgeving
Geen.
2.4 Openstaande punten
Geen.
3 Invoering
Geen bijzonderheden.
4 Gevolgen
4.1 Wijzigingen LO BRP
De beschreven werking van Slim zoeken wordt uitgebreid met de nieuwe zoekmogelijkheden, als genoemd in paragraaf 2.2.
4.2 Wijzigingen in HUP
N.v.t.
4.3 Gemeenten (bijhouders)
N.v.t.
4.4 Afnemers
Afnemers krijgen uitgebreidere zoekmogelijkheden tot hun beschikking in de bestaande zoekvelden, maar de oude methoden blijven ook werken. Zij hoeven in principe hun systemen niet aan te passen, tenzij zij de zoekmogelijkheden in hun user interface anders willen aanbieden. Bijvoorbeeld: bij het zoeken op voorletters verwacht de Ad hoc webservice sterretjes, waar de gebruiker misschien punten denkt te moeten invoeren. Het staat de ontwikkelaar van de user interface natuurlijk vrij een dergelijke vertaalslag in te bouwen.
4.5 IND
N.v.t.
4.6 Caribische landen en Caribisch Nederland
Slimmer zoeken is in principe ook beschikbaar voor PIVA-V, dat immers functioneel gezien een kopie is van BRP-V. Zodra de functionaliteit daar wordt ‘aangezet’ zal ook LO BES worden aangepast.
4.7 RvIG-systemen
De nieuwe zoekfunctionaliteit zal in BRP-V worden ingebouwd.
De BRP is volop in ontwikkeling
De basis is op orde. Alle overheidsdiensten gebruiken de BRP. Van Aa en Hunze tot Zwolle, van de GGD tot de Belastingdienst. Vanuit die basis kunnen we, samen met de gebruikers en afnemers, de BRP verder ontwikkelen, verbeteren en vernieuwen. En dat is ook nodig, want de continu veranderende samenleving vraagt dat van ons. Ook dit doen we met elkaar, samen met alle belanghebbenden.
In 2024 werken we onder andere aan de volgende ontwikkelingen:
Apps van RvIG
Apps van RvIG
Intro
RvIG heeft twee apps de Appstore en de Google Playstore: de KopieID-app en de DutchID-app.
Met de KopieID-app kun je in een kopie van het identiteitsdocument de identiteitsgegevens doorstrepen die organisaties niet nodig hebben of niet mogen verwerken. Dit kan bijvoorbeeld het burgerservicenummer (BSN) zijn maar ook een pasfoto of handtekening. Dit is afhankelijk van de organisatie en het doel van de kopie.
Met de DutchID-app kan je de echtheidskenmerken van reisdocumenten controleren.

Toolkit KopieID-app
DutchID-app
W189 oplegnotitie Uitbreiding BRP API met gezag
Wat kun je vinden op deze pagina?
W189 oplegnotitie Uitbreiding BRP API met gezag
1 Probleemstelling
1.1 Omschrijving
De gezagsmodule (GM) is een systeem dat op basis van een BSN aangeeft wie er gezag hebben over de persoon met dat BSN, of over wie die persoon gezag heeft. Van die personen wordt het BSN in het antwoord opgenomen. Dit maakt het voor bijv. Politie en KMAR veel eenvoudiger om te bepalen of iemand met een minderjarige mag reizen. Ook wordt deze module gebruikt door de zogenaamde BevoegdheidsVerklaringsDienst, waarmee partijen (bijv. zorgverleners) kunnen nagaan of iemand namens iemand anders mag optreden.
De GM is gebouwd door en in beheer bij Logius. Logius heeft aangegeven dit niet op lange termijn te kunnen blijven doen en de staatssecretaris wil de functionaliteit van de GM nu juist aanbieden aan meer afnemers dan alleen Politie, KMAR en Veilig Thuis. Daarom onderzoekt RvIG wat nodig is om de GM in beheer te nemen bij RvIG. Het eerste dat daarvoor nodig is, is dat de GM wordt opgenomen in de BRP als centrale voorziening. Dat betekent ook dat het koppelvlak waarmee de GM wordt bevraagd, in het Logisch Ontwerp BRP moeten worden beschreven, maar ook dat afnemers voor verstrekking van informatie over gezag moeten worden geautoriseerd en dat die verstrekkingen moeten worden geprotocolleerd.
Omdat de GM feitelijk informatie afleidt uit gegevens op verschillende PL-en, en deze informatie verstrekt is daar een juridische grondslag voor nodig. Die wordt geboden door het Experiment BRP dataminimalisatie. Afnemers die gezagsinformatie willen gebruiken, moeten dan ook deelnemers worden aan het experiment en een convenant ondertekenen: ook de afnemers die nu al gebruik maken van de GM.
Om het voor nieuwe afnemers bovendien eenvoudiger te maken aan te sluiten en te zorgen dat de GM "automatisch" het zelfde niveau van beveiliging, service levels en juridische kaders voldoet, wordt de GM ontsloten door de BRP Personen API. Het informatieproduct "gezag" wordt aan de BRP Personen API toegevoegd. Het koppelvlak tussen de BRP Personen API en de GM wordt een interne koppeling die niet in het LO beschreven hoeft te worden. Huidige afnemers zullen moeten overstappen op de BRP Personen API.
1.2 Herkomst
De wens van BZK/DO om de gezagsmodule al op te nemen in de centrale voorzieningen van de BRP zodra er een juridische basis is voor de Minister (lees: RvIG) om informatie over gezag af te leiden en te verstrekken.
1.3 Raakvlakken
Tegelijk met deze wijziging zal ook W172 in werking treden. In die LO-wijziging wordt geregeld dat de BRP API's niet langer uitsluitend BRP-gegevens verstrekken, maar (ook) informatie. De bewerking van gegevens tot informatie vindt dan niet langer bij gebruikers van de BRP API's plaats, maar bij RvIG. De juridische grondslag hiervoor wordt geboden door het Experimentbesluit BRP dataminimalisatie. Deze wijziging zal dan ook niet in het LO BRP worden opgenomen voordat dit experimentbesluit in werking treedt.
2 Oplossing
2.1 Huidige situatie
Op dit moment is Logius geautoriseerd voor ad hoc bevraging van BRP-V. Die autorisatie wordt gebruikt door de GM, die de ad hoc bevraging doet op het moment dat de GM wordt bevraagd (via een speciale API van de GM). De GM bewerkt de ad hoc verstrekte gegevens uit de BRP tot een antwoord op de vraag aan de GM. In de BRP API's worden op dit moment nog geen informatie verstrekt, laat staan informatie over gezag.
2.2 Oplossing
De BRP Personen API wordt als een "schil" om de GM geplaatst. Afnemers van informatie over gezag bevragen de BRP Personen API, die vervolgens de GM bevraagt. De GM wordt niet langer rechtstreeks benaderd. In dit wijzigingsdocument wordt beschreven hoe informatie over gezag wordt opgenomen in de BRP Personen API, op welke wijze voor die informatie kan worden geautoriseerd en op welke wijze de verstrekking van die informatie wordt geprotocolleerd.
In de BRP Personen API wordt een object toegevoegd met daarin alle gezagsrelaties van de bevraagde persoon, inclusief eventuele andere gezaghouders. Dus als gegevens worden opgevraagd van een minderjarige, worden daarbij de BSN's van alle gezaghouders verstrekt, en een aanduiding van de aard van de gezagsrelatie (eenhoofdig gezag, tweehoofdig gezag, voogdij, etc.). Als gegevens worden opgevraagd van een meerderjarige, dan worden alle BSN's verstrekt van personen over wie die meerderjarige gezag heeft, én de BSN's van eventuele personen met wie die meerderjarige samen tweehoofdig ouderlijk gezag, gezamenlijk gezag, of voogdij uitoefent.
Daarnaast wordt een zoekingang toegevoegd waarmee partijen als de Politie kunnen zoeken op een verblijfsobject (via de identificatiecode verblijfplaats / adresseerbaar object identificatie), om zo alle personen te vinden die zijn ingeschreven op dat verblijfsobject, mét al hun gezagsrelaties.
2.3 Openstaande punten
Het in beheer nemen van de GM door RvIG heeft veel meer aspecten dan alleen dit juridische traject. Die hebben echter geen gevolgen voor het Logisch Ontwerp BRP.
3 Invoering
De huidige gebruikers van de GM zullen moeten worden geautoriseerd voor verstrekking van informatie over gezag. Bovendien moeten zij overstappen van rechtstreekse bevraging van de GM naar bevraging van de BRP Personen API. Om dat te mogen doen, moeten ze het convenant ondertekenen voor deelname aan het Experiment BRP dataminimalisatie.
Nieuwe afnemers die informatie over gezag willen gebruiken, zullen ook het convenant moeten ondertekenen en geautoriseerd worden voor informatie over gezag alvorens aan te mogen sluiten op de BRP Personen API.
4 Gevolgen
4.1 Documentatie
Deze wijziging in het LO BRP heeft geen gevolgen voor andere logisch ontwerpen (LO BSN, LO BRPk, LO BES en LO PGK), ook niet voor de HUP en de WIR.
4.2 Gemeenten
Voor gemeenten (als bijhouder) verandert er niets.
4.3 Afnemers
Bestaande gebruikers van de GM zullen moeten worden geautoriseerd voor ad hoc verstrekking van informatie over gezag. Daarnaast zullen ze het convenant moeten ondertekenen voor deelname aan het Experiment BRP dataminimalisatie. Vervolgens moeten ze overstappen van rechtstreekse bevraging van de GM naar bevraging van de BRP Personen API. Voor afnemers die geen gebruik maken van informatie over gezag verandert er niets.
4.4 IND
Geen gevolgen.
4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland
Geen gevolgen.
4.6 RvIG-systemen
Er zal een nieuwe versie van de BRP Personen API in de daarvoor reeds bestaande container moet worden geïnstalleerd. De Tabellen Applicatie zal geschikt moeten worden gemaakt voor het autoriseren voor informatievragen. BRP-V en POM zullen geschikt moeten worden gemaakt voor het protocolleren van verstrekking van informatie. Maar dit wordt allemaal al geregeld in LO-wijziging W172 Haal Centraal API's Fase II.
W172 oplegnotitie Haal Centraal API's Fase II
Wat kun je vinden op deze pagina?
- 1 Probleemstelling
- 1.1 Omschrijving
- 1.2 Herkomst
- 1.3 Raakvlakken
- 2 Oplossing
- 2.1 Huidige situatie
- 2.2 Oplossing
- 2.3 Gerelateerde wijzigingen in wet- en regelgeving
- 2.4 Openstaande punten
- 3 Invoering
- 4 Gevolgen
- 4.1 Documentatie
- 4.2 Gemeenten
- 4.3 Afnemers
- 4.4 IND
- 4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland
- 4.6 RvIG-systemen
W172 oplegnotitie Haal Centraal API's Fase II
1 Probleemstelling
1.1 Omschrijving
Het programma Haal Centraal van de VNG (inmiddels ondergebracht onder programma Toekomst BRP van RvIG) zorgt ervoor dat gegevens uit landelijke basisregistraties eenvoudig direct bij de bron kunnen worden opgehaald door gemeentelijke taakapplicaties en systemen van andere afnemers met behulp van Application Programming Interfaces (API's). De BRP is één van die landelijke basisregistraties. In fase I werden via de BRP API's (de BRP Bewoning API, de BRP Personen API en de BRP Reisdocumenten API) alleen nog gegevens verstrekt die één op één overgenomen zijn van een PL, maar met de inwerkingtreding van het Experimentbesluit BRP dataminimalisatie mag de Minister die gegevens bewerken tot informatie, en die informatie ook verstrekken aan afnemers. Hiermee wordt mogelijk gemaakt dat afnemers alleen die informatie krijgen die ze echt nodig hebben, en dat de afleiding van die informatie op dezelfde manier plaatsvindt voor alle afnemers.
In eerdere wijzigingen (W162, W171 en W185) is de verstrekking van gegevens door middel van de drie BRP API's in het LO BRP opgenomen. Deze wijziging bevat de beschrijving van de benodigde aanpassingen om verstrekkingen van informatie in het LO BRP op te nemen.
1.2 Herkomst
Wens van de gemeenten en de VNG om BRP-gegevens, alsook daarvan afgeleide informatie, direct bij de bron op te halen.
1.3 Raakvlakken
Tegelijk met deze aanpassing wordt ook de verstrekking van informatie over gezag toegevoegd aan de BRP Personen API. Deze toevoeging is opgenomen in LO-wijziging W189 Uitbreiding BRP API met gezag.
2 Oplossing
2.1 Huidige situatie
In de huidige situatie kunnen afnemers al wel om informatie vragen bij RvIG, maar verstrekt RvIG via de BRP API's alleen de gegevens die nodig zijn om de gevraagde informatie af te leiden. Die afleiding vindt in een "proxy" plaats bij de afnemer. Of afnemers geautoriseerd zijn voor de gevraagde gegevens kan pas worden gecontroleerd na vertaling van de informatievraag naar de benodigde gegevens. Ook protocollering van de verstrekking van de gevraagde gegevens kan pas na de vertaling van de informatievraag worden gedaan.
2.2 Oplossing
De BRP API's van RvIG gaan nu informatievragen rechtstreeks beantwoorden, zodat de proxy bij de afnemers niet langer nodig is. In het LO BRP wordt beschreven welke informatie kan worden verstrekt, hoe voor de verstrekking van informatie kan worden geautoriseerd en dat die verstrekking moet worden geprotocolleerd. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk om afnemers wel te autoriseren voor de informatie leeftijd, maar niet voor het gegeven geboortedatum, dat nodig is om de leeftijd te berekenen. Om dat te kunnen doen binnen de kaders van de huidige systematiek voor autoriseren en protocolleren, wordt de informatie waarvoor dit nodig is, aangeduid met rubrieken, zoals dat ook met gegevens op de PL gebeurt. Deze nieuwe rubrieken worden in het gegevenswoordenboek in het LO BRP opgenomen, maar blijven wel duidelijk onderscheiden van de rubrieken die de gegevens op een PL bevatten.
Voor informatie wordt daarom een nieuw soort gegevens geïntroduceerd in het gegevenswoordenboek: afgeleide gegevens. Deze gegevens zijn afgeleid van de gegevens op de PL en staan daar zelf niet op. Voor afgeleide gegevens worden nieuwe rubrieken geïntroduceerd, waarbij categorieën en groepen worden aangeduid met letters in plaats van cijfers. Deze informatierubrieken worden alleen toegevoegd voor zover dit nodig is voor autoriseren en protocolleren.
Op basis van het Experimentbesluit BRP dataminimalisatie kunnen de volgende soorten bewerkingen van gegevens tot informatie worden onderscheiden:
a) Afleiden: het samenstellen van een nieuw gegeven uit één of meer gegevens op één of meer persoonslijsten, zodanig dat uit dat het nieuwe gegeven de oorspronkelijke gegevens, die voor de afleiding gebruikt zijn, niet terug te herleiden zijn. Bijvoorbeeld: de voorletters worden afgeleid uit de voornamen. Of uit meerdere gegevens wordt één antwoord afgeleid, bijvoorbeeld de aanschrijfnaam: hiervoor zijn gegevens over de eigen naam van de persoon nodig, maar ook eventueel aanwezige gegevens over een huwelijk/geregistreerd partnerschap. Of het BSN van alle personen die gezag hebben over een minderjarige wordt afgeleid uit gegevens over gezag op de persoonslijst van die minderjarige en wettelijke regels over gezag van rechtswege.
b) Aggregeren: het afleiden van aantallen en gemiddelden uit gegevens op meerdere persoonslijsten in de BRP. Een dergelijk aantal of gemiddelde is niet tot één persoonslijst of gegevens op die persoonslijst te herleiden. Bijvoorbeeld: het aantal in- en uitschrijvingen op een adres binnen een bepaalde periode, of het gemiddelde aantal ingeschrevenen op een adres gedurende een bepaalde periode.
c) Alterneren: het verstrekken van het ene dan wel het andere gegeven van een persoonslijst, afhankelijk van een conditie. Bijvoorbeeld: als antwoord op de vraag vanaf welke datum een persoon op een bepaald adres verblijft, wordt óf de datum aanvang adres, óf de datum aanvang verblijf buitenland verstrekt.
d) Splitsen: het opsplitsen van een rubriek naar meerdere velden/rubrieken, zodanig dat uit een afgesplitst deel het oorspronkelijke gegeven niet valt terug te herleiden. Bijvoorbeeld: een geboortedatum splitsen in afzonderlijke delen: geboortedag, geboortemaand of geboortejaar.
e) Verifiëren: vaststellen of een bepaald gegeven precies overeenkomt met het gegeven op de persoonslijst, zonder het gegeven zelf te verstrekken. Bijvoorbeeld: komt het door de burger opgegeven adres overeen met het in de BRP-geregistreerde adres (antwoord ja/nee). Dit wordt ook wel hit/no hit genoemd.
f) Verwijzen: het opnemen van een verwijzing (hyperlink) naar een ander object in de registratie in het antwoord op een informatievraag. Bijvoorbeeld naar de persoonslijst van een gerelateerde van de persoon van wie de persoonslijst is bevraagd, of naar het verblijfsobject in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).
Voor bewerkingen die als resultaat een afgeleid gegeven hebben waaruit de gebruikte brongegevens van de persoonslijst zonder meer terug te herleiden zijn, is geen extra juridische grondslag nodig: deze bewerkingen mag de Minister reeds doen onder de Wet BRP. Voorbeelden van zulke bewerkingen zijn het formatteren van datums (bijvoorbeeld 3 juni 2016 in plaats van 20160603) en het verstrekken van een omschrijving bij een code op basis van publiek toegankelijke (vertaal)tabellen (bijvoorbeeld: de gemeentenaam bij de gemeentecode). Voor dergelijke afgeleide gegevens zijn afnemers impliciet geautoriseerd als zij geautoriseerd zijn voor het brongegeven (de datum of de code zoals die op de PL staat). Bij verstrekking van zulke gegevens wordt geprotocolleerd dat het brongegeven verstrekt is. Daarom is het niet nodig om informatierubrieken te definiëren voor deze vormen van afgeleide gegevens.
Verstrekkingen van afgeleide gegevens die conform regelgeving en beleid mee moeten worden verstrekt (onderzoek, RNI-deelnemer, verificatie) worden niet beperkt door middel van autorisaties. Verstrekking van deze gegevens worden niet geprotocolleerd. Daarom is het niet nodig om informatierubrieken te definiëren voor alle elementen in de objecten "inOnderzoek", ook al worden die wel afgeleid uit element 83.10.
In het LO BRP worden beschreven:
- De nieuwe gegevenssoort "afgeleide gegevens";
- De bewerkingen die kunnen worden gedaan om tot die afgeleide gegevens te komen;
- De nieuwe categorieën, groepen en elementen, voor zover nodig om te kunnen autoriseren voor verstrekking van afgeleide gegevens en die verstrekkingen te kunnen protocolleren;
- Bij elke informatierubriek: welke bewerking wordt gedaan bij de totstandkoming van de afgeleide gegevens en welke gegevens van de PL daarvoor worden gebruikt. Voor de bewerking zelf (het algoritme) wordt verwezen naar de specificaties op Github.
De afleidingsregels voor de informatierubrieken worden tevens opgenomen in het algoritmeregister.
2.3 Gerelateerde wijzigingen in wet- en regelgeving
Deze LO-wijziging kan pas in werking treden als het Experimentbesluit BRP dataminimalisatie in werking is getreden.
2.4 Openstaande punten
Er zijn geen openstaande punten.
3 Invoering
Om de migratie naar de nieuwe versie van de drie BRP API's eenvoudig te maken voor afnemers, stelt RvIG een nieuwe versie van de proxy ter beschikking. Voor deze nieuwe proxy maakt het geen verschil of hij antwoord krijgt van de huidige versie van de BRP API's bij RvIG (die BRP-gegevens verstrekken), of van de nieuwe (die informatie verstrekken). Daarom hoeven afnemers na installatie van de nieuwe versie van de proxy niets meer te doen op het moment dat RvIG de nieuwe versie van de drie BRP API's in gebruik neemt.
4 Gevolgen
4.1 Documentatie
De nieuwe versie van de drie BRP API's worden conform de inhoud van hoofdstuk 2 in het LO BRP beschreven.
4.2 Gemeenten
Voor gemeenten in hun rol als bijhouder zijn er geen gevolgen.
4.3 Afnemers
Deze wijziging heeft uitsluitend gevolgen voor deelnemers aan de pilot die al zijn aangesloten op de BRP API's. Aansluiten op de nieuwe versie van de BRP API's vereist van deze afnemers alleen dat ze een nieuwe versie van de proxy installeren. Deze zal zowel de oude versie van de BRP API's bij RvIG ondersteunen als de nieuwe en dus automatisch herkennen of er LO-gegevens of informatie verstrekt zijn/is. Op langere termijn staat het afnemers vrij om de proxy te verwijderen en de BRP API rechtstreeks, via hun API Gateway, te benaderen.
4.4 IND
Geen gevolgen.
4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland
Geen gevolgen.
4.6 RvIG-systemen
Er wordt op (of rond) de datum van inwerkingtreding van LO BRP waarin deze wijziging is opgenomen een nieuwe versie van de BRP API's in productie genomen (mits het Experimentbesluit BRP dataminimalisatie daadwerkelijk in werking is getreden).
W188 Oplegnotitie verbeteren spontane vertrekking over afgevoerde persoonslijsten
Wat kun je vinden op deze pagina?
- 1.1 Omschrijving
- 1.2 Buiten scope
- 1.3 Herkomst
- 1.4 Raakvlakken
- 2 Oplossing
- 2.1 Huidige situatie
- 2.2 Oplossing
- 2.3 Gerelateerde wijzigingen in wet- en regelgeving
- 2.4 Openstaande punten
- 2.5 Overwogen alternatieven
- 4 Gevolgen
- 4.1 Documentatie
- 4.2 Gemeenten
- 4.3 Afnemers
- 4.4 IND
- 4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland
- 4.6 RvIG-systemen
W188 Oplegnotitie verbeteren spontane vertrekking over afgevoerde persoonslijsten
1.1 Omschrijving
Ongeveer 1500 keer per jaar wordt een persoon ingeschreven in de BRP, terwijl hij al een persoonslijst heeft. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de gemeente- of RNI-medewerker de presentievraag niet of niet correct stelt, of het antwoord erop niet goed interpreteert. Hij merkt dan niet op dat de persoon die zich komt inschrijven, al ingeschreven is, en schrijft hem nogmaals in, met twee persoonslijsten met verschillende A-nummers voor deze persoon tot gevolg. De BRP-V heeft vanaf dat moment twee persoonslijsten van deze persoon, en kan die beide verstrekken aan afnemers.
Als een dubbelinschrijving van dit type wordt ontdekt, wordt één van de persoonslijsten afgevoerd met opschortreden ‘F’. Daarvan krijgen de afnemers die een afnemersindicatie bij die PL hebben geplaatst een bericht. Maar die hebben soms niet door dat er een correcte PL is overgebleven waarbij zij een nieuwe afnemersindicatie kunnen zetten. Ze blijven dan werken met de verkeerde persoonsgegevens, of hebben helemaal geen gegevens meer over deze persoon. En vragen zij de persoonslijst op met een niet langer bestaand A-nummer, dan stuurt de BRP-V een melding dat hij de persoon niet heeft kunnen vinden. Dit leidt in de praktijk tot vragen aan de Frontoffice van RvIG.
Volledigheidshalve:
- Er is ook een andere vorm van dubbelopneming, de zgn. ‘blinde’ dubbelinschrijving, die meestal het gevolg is van een niet goed afgeronde verhuiscyclus. Hierbij is een persoon meerdere keren in een gemeentelijke BRP of RNI ingeschreven, onder hetzelfde A-nummer. In de eerste helft van 2022 ging het om 85 gevallen. Om deze situatie recht te trekken, dient de gemeente de overtollige PL niet af te voeren, maar te verwijderen en te vervangen door een verwijzing naar de gemeente waar de overgebleven PL zich bevindt. Afnemers merken hier niets van; er was in de BRP-V maar één PL met dit A-nummer en dat blijft zo na deze herstelactie.
- Een PL kan ook worden afgevoerd zonder dat sprake is van een dubbelinschrijving. Het gaat dan om een onterechte inschrijving bijv. van een niet bestaand persoon.
1.2 Buiten scope
De volgende situaties vallen buiten de scope van deze wijziging:
- Meerdere personen met hetzelfde A-nummer. Alle personen krijgen een nieuw A-nummer; er wordt geen PL afgevoerd.
- Een persoon meerdere keren ingeschreven in gemeentelijke BRP’s met hetzelfde A-nummer; in dat geval wordt de overtollige PL verwijderd, niet afgevoerd (situatie 2 hierboven).
- Afnemers zonder afnemersindicatie krijgen überhaupt geen bericht en blijven dus voorlopig mogelijk werken met verkeerde persoonsgegevens. Wel gaat het hier vaak om afnemers die zelf geen persoonsadministratie bijhouden.
- Afnemers die selecties ontvangen. Die ontvangen altijd de actuele stand van zaken op het moment dat de selectie wordt gedraaid. Voor hen is dit wijzigingsvoorstel dus niet relevant.
- Persoonslijsten worden wel eens onterecht afgevoerd, wat vanzelfsprekend grote gevolgen kan hebben voor de betreffende burger. Gegevenslevering over correctie hiervan aan afnemers kan ook beter.
De laatste twee punten vallen weliswaar buiten de scope van deze wijziging, maar zullen later wel aan bod komen (zie § 1.3).
1.3 Herkomst
Toekomst BRP heeft tot doel de kwaliteit en continuïteit van de BRP (stelsel en data) te borgen en te verbeteren. Eén van de initiatieven uit het programma luidt: ZKF-02-02 Gegevenslevering bij afgevoerde persoonslijsten verbeteren. Dit initiatief is opgesplitst in drie onderdelen. Het eerste daarvan, ZKF-02-02a, beoogt de spontane verstrekkingen te verbeteren over afgevoerde persoonslijsten (aan afnemers met een afnemersindicatie). Deze wijziging komt daaruit voort.
1.4 Raakvlakken
De overige twee onderdelen van bovengenoemd initiatief zijn:
- ZKF-02-02b: Verbeteren ad hoc gegevenslevering bij afgevoerde persoonslijsten.
- ZKF-02-02c: Verbeteren gegevenslevering bij correcties van onterecht/foutief afgevoerde persoonslijsten.
2 Oplossing
2.1 Huidige situatie
Wanneer een dubbelopneming wordt geconstateerd, dan wordt één van de twee persoonslijsten afgevoerd met opschortreden ‘F’ (ten onrechte opgenomen), nadat eventueel gegevens van de overtollige PL zijn overgenomen op de PL die overblijft. Op de overblijvende PL wordt het Vorig A-nummer opgenomen; op de af te voeren PL het Volgend A-nummer. De groep A-nummerverwijzingen betreft echter administratieve gegevens, die niet spontaan verstrekt worden. Afnemers ontvangen dus geen Gv01-bericht als het Volgend A-nummer wordt toegevoegd op een af te voeren persoonslijst.
Zodra een PL wordt afgevoerd, stuurt BRP-V een Ng01-bericht (Afvoeren PL) aan alle afnemers die een afnemersindicatie hebben staan bij de afgevoerde PL. Dat Ng01-bericht bevat alleen gegevens over de afgevoerde PL zelf, niet over de PL die overblijft. Het is afnemers dan niet altijd duidelijk dat er nog een actuele persoonslijst is van de betreffende persoon waarbij zij een nieuwe afnemersindicatie zouden moeten plaatsen. Daardoor blijven zij mogelijk verkeerde persoonsgegevens gebruiken. Of hebben zij, als ze het afvoerbericht correct hebben verwerkt, helemaal geen gegevens meer over die persoon.
2.2 Oplossing
Als een PL wordt afgevoerd wegens een dubbelinschrijving , stuurt BRP-V naast het A-nummer van de afgevoerde PL ook het A-nummer van de overgebleven PL mee in het Ng01-bericht, mits de bijhouder dat heeft ingevuld toen hij de PL afvoerde. Dat maakt de link tussen beide persoonslijsten duidelijk; afnemers weten dan welke persoon zij eventueel in hun systemen moeten bijwerken en of zij bij de overgebleven PL een nieuwe afnemersindicatie moeten plaatsen .
2.3 Gerelateerde wijzigingen in wet- en regelgeving
Geen.
2.4 Openstaande punten
Geen.
2.5 Overwogen alternatieven
Als een PL wordt afgevoerd vanwege een dubbelopneming, wordt in groep 20 een volgend A-nummer opgenomen. Dit zou je kunnen beschouwen als een A-nummerwijziging, de persoon gaat immers door met een ander A-nummer. In het geval van een A-nummerwijziging stuurt BRP-V een Wa11-bericht naar de afnemer. Het resultaat zou dan zijn, dat de afnemer zowel een Ng01- als een Wa11-bericht ontvangt.
Het volgende A-nummer maakt, net als het huidige, al deel uit van het Wa11-bericht, en hoeft dan dus niet toegevoegd te worden aan het Ng01-bericht. Dit zou voor de afnemer tot voordeel hebben dat de berichtstructuur niet wijzigt. Wel moet hij zijn processen aanpassen omdat hij een combinatie van Wa11 en Ng01 over hetzelfde A-nummer anders moet verwerken dan één van de losse berichten afzonderlijk.
Ook in BRP-V moeten in dit geval processen worden aangepast; nu beschouwt BRP-V alleen een ander A-nummer in element 01.01.10 als een A-nummerwijziging, en niet als een A-nummer in groep 20 (Vorig/volgend A-nummer) wordt gezet. Al met al een ingrijpendere wijziging aan beide kanten, zodat de keuze op de uitbreiding van het Ng01-bericht is gevallen.
3 Invoering
Vanaf de dag dat BRP-V de eerste Ng01 met Volgend A-nummer stuurt, moet de ontvangende organisatie daar op voorbereid zijn. Dit wijzigingsvoorstel vereist dus invoering op één moment bij alle afnemers die geautoriseerd zijn voor spontane mutaties en dus Ng01-berichten (kunnen) ontvangen.
4 Gevolgen
4.1 Documentatie
4.1.1 LO BRP
Aan bericht Ng01 (Afvoeren PL), dat momenteel de volgende rubrieken bevat:
- 01.01.10 A nummer
- 07.67.10 Datum opschorting bijhouding
- 07.67.20 Omschrijving reden opschorting bijhouding.
voegen we rubriek 01.20.20 Volgend A-nummer toe als optionele parameter.
4.1.2 HUP
Geen. De huidige werkwijze, zoals beschreven in de HUP, voorziet al in de bijhouding van het volgende A-nummer op een afgevoerde PL. De HUP hoeft op dit punt dus NIET aangepast te worden.
4.1.3 LO BES
Idem aan §4.1.1.
Wijzigingen aan berichten van BRP-V worden automatisch ook doorgevoerd in PIVA-V, omdat BRP-V en PIVA-V dezelfde software gebruiken.
4.2 Gemeenten
Geen. De huidige werkwijze, zoals beschreven in de HUP, voorziet al in de bijhouding van het volgende A-nummer op een afgevoerde PL.
4.3 Afnemers
Geautoriseerde afnemers van BRP-V ontvangen een extra veld in het Ng01-bericht over een afgevoerde PL waarbij zij een afnemerindicatie hebben staan: het A-nummer van de overblijvende PL. Zij moeten er op zijn minst voor zorgen dat hun systemen niet vastlopen op dit extra veld als zij een Ng01-bericht binnenkrijgen.
In principe geldt dit ook voor afnemers van de PIVA-V, maar in het Caribisch gebied maakt nog niemand gebruik van spontane verstrekkingen en dus zullen afnemers daar niets merken van deze wijziging.
De bestaande autorisaties hoeven niet te worden aangepast. Als het LO zegt dat een bepaald gegeven automatisch wordt meeverstrekt, dan staat niet meer ter discussie of de afnemer dat gegeven wel of niet verstrekt mag krijgen. Dat antwoord is al in het LO gegeven.
Wel moet de toelichting bij de autorisatiebesluiten worden aangepast, maar dat kan later. (De toelichting zou duidelijker moeten beschrijven welke A-nummers een afnemer krijgt na afvoeren van een PL met opschortreden ‘F’.)
4.4 IND
Geen.
4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de PBK-module. Voor PIVA-V, zie §4.6. Voor gevolgen voor afnemers zie §4.3.
4.6 RvIG-systemen
BRP-V: Uitbreiding van bericht Ng01 met optioneel 01.20.20 Volgend A-nummer.
PIVA-V: Idem.