Overslaan en naar de inhoud gaan
Naslagwerk

LO-452 Oplegnotitie Aanpassingen inhoud tabel 34 Landentabel

LO-452 Oplegnotitie Aanpassingen inhoud tabel 34 Landentabel

1 Probleemstelling

1.1 Omschrijving

Nu tabel 34 Landentabel is uitgebreid met tabelrubrieken voor de internationaal erkende codes en namen van landen uit ISO 3166 en die rubrieken ook gevuld zijn met de betreffende codes en namen, is het ook goed om eens kritisch naar de bestaande inhoud van de tabel te kijken. Er ontbreken landen, er staan landen in die al lang niet meer bestaan of zelfs nooit bestaan hebben, er staan eilanden afzonderlijk in die in ISO-3166 alleen als groep zijn opgenomen, etc. Sommige verschillen met ISO 3166 zijn het gevolg van bewuste keuzes, maar als dat niet zo is, wil RvIG graag zo min mogelijk afwijkingen van die standaard hanteren. Dat geldt ook voor de Nederlandse namen van landen: daarvoor volgen we de aanwijzingen van de Nederlandse Taalunie, maar bij sommige landen vergt dat nog een wijziging in de naam. Met deze wijziging wordt de landentabel “opgefrist”.

1.2 Herkomst

Deze wijziging komt voort uit een analyse van verschillen tussen de landentabel en ISO 3166, en tussen de namen in de tabel en de aanwijzingen van de Nederlandse Taalunie en de wens om die verschillen te minimaliseren

1.3 Raakvlakken

Er zijn geen raakvlakken met andere LO-wijzigingen.

2 Oplossing

2.1 Huidige situatie

In de huidige landentabel:

  • komen namen soms niet overeen met de aanbevelingen van de Nederlandse Taalunie;
  • staat één land (Kaapverdische Eilanden) met een fictieve (administratieve) einddatum die overeenkomt met de werkelijke datum waarop het land ophield te bestaan (5 juli 1975);
  • Ontbreken landen die wel als zodanig in ISO 3166 staan;
  • Komen landen voor die niet in ISO 3166 staan.

In die laatste categorie vallen ook de BES-eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, maar daarvoor is in het verleden bewust gekozen ze wel als land op te nemen, omdat een verhuizing naar één van deze openbare lichamen geldt als een emigratie in de BRP. Verder heeft Nederland Kosovo erkend als land en komt ook Tibet voor in de tabel, terwijl die landen in ISO-3166 alleen voorkomen in deel 2 van de standaard, als deel van respectievelijk Servië en China.

2.2 Oplossing

Namen van landen worden aangepast conform de aanwijzingen van de Nederlandse Taalunie. Als zowel de spelling met oe is toegestaan, als die met een u (zoals bij Oeganda / Uganda), kiezen we voor oe. Als de naam van een land wijzigt, wijzigt alleen de inhoud van element 94.11 Landnaam. De datum ingang tabelregel en de eventuele datum beëindiging tabelregel wijzigen hierbij niet.

Naast het corrigeren van een aantal landnamen wordt een aantal landen toegevoegd en een aantal landen beëindigd per de datum waarop deze wijziging in werking treedt. Van één land (Kaapverdische Eilanden) wordt de * verwijderd uit element 99.97 Indicatie einddatum fictief, omdat de einddatum de werkelijke einddatum betreft.

2.3 Openstaande punten

Er zijn na de inwerkingtreding van deze wijziging geen openstaande punten.

3 Invoering

De wijzigingen worden bij voorkeur doorgevoerd op 1 januari 2026. Per die datum worden dus een aantal landen beëindigd en niet met terugwerkende kracht. Dit is gedaan om impact op persoonslijsten tot een minimum te beperken. Als de Canarische Eilanden zouden worden beëindigd met een fictieve einddatum in het verleden, zou deze landcode op heel veel persoonslijsten moeten worden vervangen door die van Spanje. Op deze manier is er nu alleen nog wat impact op actuele buitenlandse adressen in de RNI. Daarin mag na de inwerkingtreding van deze wijziging geen land voorkomen dat dan al beëindigd is.

4 Gevolgen

4.1 Documentatie

Deze wijziging hoeft alleen doorgevoerd te worden in Tabel 34.

4.2 Gemeenten

Gemeenten moeten er rekening mee houden dat de aangepaste namen kunnen worden getoond op schermen, uittreksels uit de BRP, op aangevraagde reisdocumenten en dergelijke. En bij het registreren van een rechtsfeit in de BRP moeten soms andere landen gekozen worden dan tot de datum inwerkingtreding het geval was. In plaats van Ascension, Sint-Helena of Tristan da Cunha moet voortaan het land “Sint-Helena, Ascension en Tristan da Cunha” worden gekozen. Waar dat nog voor de hand ligt, is dat iets anders voor rechtsfeiten die hebben plaats gevonden op het Franse deel van Sint Maarten, of op Saint-Barthélemy: tot de datum inwerkingtreding van deze wijziging werden die geregistreerd op Guadeloupe en dat land blijft óók bestaan. Die instructies moeten ook in de HBA worden aangepast.

4.3 Afnemers

Afnemers moeten er rekening mee houden dat de aangepaste namen kunnen worden getoond op schermen en in documenten.

4.4 IND

Geen gevolgen.

4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland

Voor de (ei)landen in het Caribische deel van het Koninkrijk gelden dezelfde instructies voor het kiezen van landen voor het registreren van rechtsfeiten als voor gemeenten in Europees Nederland gelden.

4.6 RvIG-systemen

Voor de RNI gelden dezelfde instructies voor het kiezen van landen voor het registreren van rechtsfeiten als voor gemeenten. In de RNI moeten bovendien buitenlandse adressen worden aangepast die in landen liggen die worden beëindigd. Bovendien moet RvIG de nieuwe namen invoeren in de Tabellen Applicatie.

Delen

Naslagwerk

LO-447 Oplegnotitie Registreren verklaring van meerderjarigheid

LO-447 Oplegnotitie Registreren verklaring van meerderjarigheid

1 Probleemstelling

1.1 Omschrijving

Moeders van 16 of 17 jaar oud kunnen de rechter vragen hen meerderjarig te laten verklaren, waardoor ze het gezag over hun kind(eren) verkrijgen. Zo’n meerderjarigheidsverklaring wordt op dit moment nog niet geregistreerd in de BRP, en dat maakt dat de informatievraag Gezag hier geen rekening mee kan houden en het gezag over de kinderen van zulke jonge moeders met meerderjarigheidsverklaring niet kan afleiden. Als op de persoonslijst van zo’n jonge moeder zou kunnen worden vastgelegd dat ze meerderjarig is verklaard, kan dit probleem eenvoudig worden opgelost in de BRP API en zal het aantal situaties waarin het gezag over een kind correct kan worden afgeleid nog verder toenemen.

1.2 Herkomst

Deze wijziging komt voort uit een verzoek van BZK om te regelen dat de verklaring van meerderjarigheid kan worden geregistreerd in de BRP.

1.3 Raakvlakken

Er zijn vooralsnog geen raakvlakken met andere LO-wijzigingen.

2 Oplossing

2.1 Huidige situatie

Meerderjarigheidsverklaringen worden door de rechtbanken verzonden naar de gemeente van inschrijving van de persoon. Alleen kan de gemeente het rechtsfeit dat iemand door de rechter meerderjarig is verklaard niet in de BRP registreren.

2.2 Oplossing

Aan tabel 61 Gezagsverhoudingentabel wordt een nieuwe waarde toegevoegd (‘M’), die aangeeft dat iemand meerderjarig is verklaard. Deze kan in de burgerzakensystemen van gemeenten dan op de persoonslijst worden geplaatst in rubriek 11.32.10 Indicatie gezag minderjarige. Deze nieuwe waarde komt dan op de plaats van een eventuele eerdere indicatie over het gezag over de minderjarige zelf. Die komt namelijk automatisch te vervallen als iemand meerderjarig wordt verklaard. De inhoud van 11.32.10 mag door de gemeente worden verwijderd als de persoon 18 jaar is geworden, maar dit hoeft niet.

2.3 Openstaande punten

Er zijn na de inwerkingtreding van deze wijziging geen openstaande punten meer.

3 Invoering

Als alle gemeentelijke softwareleveranciers en alle afnemers die voor 11.32.10 Indicatie gezag minderjarige geautoriseerd zijn, daar klaar voor zijn, dan kan de nieuwe waarde in tabel 61 Gezagsverhoudingentabel worden opgenomen. Streefdatum voor dat moment is de inwerkingtreding van LO BRP 2026.Q3: 1 juli 2026.

4 Gevolgen

4.1 Documentatie

Deze wijziging hoeft alleen doorgevoerd te worden in Tabel 61, en in de HUP.

4.2 Gemeenten

Gemeenten moeten in hun burgerzakensystemen de mogelijkheid bieden om de nieuwe waarde te selecteren in 11.32.10 Indicatie gezag minderjarige.

4.3 Afnemers

Afnemers zullen de nieuwe waarde in 11.32.10 Indicatie gezag minderjarige moeten kunnen verwerken in hun taaksystemen. Met de juridische consequenties ervan zouden ze al vertrouwd moeten zijn, want de meerderjarigheidsverklaring op zichzelf is niet nieuw. Het gaat over zowel afnemers die gegevens verstrekt krijgen uit BRP-V als over afnemers die gegevens verstrekt krijgen uit PIVA-V.

4.4 IND

Geen gevolgen.

4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland

De (ei)landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk moeten in hun burgerzakensystemen de mogelijkheid krijgen om de nieuwe waarde te selecteren in 11.32.10 Indicatie gezag minderjarige.

4.6 RvIG-systemen

RvIG moeten zorgen dat de nieuwe waarde van 11.32.10 Indicatie gezag minderjarige kan worden verwerkt in de RNI, in BRP-V, in PIVA-V, de PBK en uiteraard een tabelregel met deze nieuwe waarde moet worden toegevoegd aan de Tabellen Applicatie.

Delen

Naslagwerk

LO-451 Oplegnotitie Aanpassen tabel 33 Gemeententabel

LO-451 Oplegnotitie Aanpassen tabel 33 Gemeententabel

1 Probleemstelling

1.1 Omschrijving

In tabel 33 Gemeententabel komt het voor dat twee gemeenten de zelfde naam hebben. In dat geval worden ze onderscheiden door achter de naam een afkorting voor de provincie op te nemen, of een andere nadere aanduiding, waardoor duidelijk is welke gemeente er bedoeld wordt. Deze afkorting van de provincienaam kan bestaan uit één, twee of drie letters. Voor de aanduiding van de provincie gaat de tabel aansluiten bij ISO 3166-2, waarin internationaal erkende codes staan voor delen van landen, en dus ook voor de Nederlandse provincies. Die codes bestaan altijd uit twee letters. Als een nog bestaande gemeente de zelfde naam heeft als een al niet meer bestaande gemeente, wordt de afkorting van de provincienaam alleen toegevoegd in de naam van de niet meer bestaande gemeente.

1.2 Herkomst

Deze wijziging komt voort uit een verzoek van het CBS en het KOOP (Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties) om in publicaties van CBS, KOOP en RvIG de zelfde namen van gemeenten te hanteren en daarbij aan te sluiten bij een bestaande standaard.

1.3 Raakvlakken

Er zijn geen raakvlakken met andere LO-wijzigingen.

2 Oplossing

2.1 Huidige situatie

Afkortingen van provincienamen in de namen van gemeenten kunnen nu bestaan uit één, twee of drie letters (L, ZH, Gld). In de nog bestaande gemeente Hengelo (O) is die afkorting helemaal niet nodig, want er is geen tweede bestaande gemeente met de naam Hengelo. Verder zijn er een aantal niet meer bestaande gemeenten waar een andere aanduiding gebruikt wordt om onderscheid te maken tussen twee gemeenten met de zelfde naam, bijvoorbeeld "Achttienhoven" en "Achttienhoven (bij Nieuwkoop)", terwijl die aanduiding prima kan worden vervangen door een aanduiding van de provincie.

2.2 Oplossing

Voor afkortingen van provincienamen wordt ISO 3166-2 gehanteerd: een internationale standaard met namen en afkortingen van delen van landen. Daar staan voor de Nederlandse provincies tweeletterige afkortingen in. Er wordt vastgehouden aan het bestaande gebruik om alleen aanduidingen voor provincies toe te voegen als dat echt nodig is, dus als er twee bestaande gemeenten zijn met de zelfde naam. Als een gemeente nog bestaat en er staat een niet meer bestaande gemeente in de tabel met de zelfde naam, dan krijgt alleen die niet meer bestaande gemeente een provincieafkorting. Dit leidt tot de volgende aanpassingen in tabel 33:

92.10 Gemeentecode

92.11 Gemeentenaam

Nieuwe naam

0089

Sloten (F)

Sloten (FR)

0164

Hengelo (O)

Hengelo

0248

Hengelo (Gld)

Hengelo (GE)

0259

Laren (Gld)

Laren (GE)

0893

Bergen (L)

Bergen (LI)

1005

Achttienhoven

Achttienhoven (UT)

1202

Tienhoven (U)

Tienhoven (UT)

1240

Zuidbroek

Zuidbroek (GR)

1252

Valkenburg (L)

Valkenburg (LI)

1303

Achttienhoven (bij Nieuwkoop)

Achttienhoven (ZH)

Het is belangrijk om op te merken dat de wijziging in de namen van gemeenten in tabel 33 geen gevolgen hebben voor de geldigheid van reisdocumenten, waarin die namen zijn gebruikt bij de geboorteplaats of de autoriteit van afgifte.

2.3 Openstaande punten

Er zijn na de inwerkingtreding van deze wijziging geen openstaande punten.

3 Invoering

Op persoonslijsten komen alleen gemeentecodes voor, dus er is geen impact op bijhouders en afnemers. Niettemin zijn er mogelijk wel consequenties voor schermen en documenten waarin die codes worden vervangen door namen uit de tabel. Als die impact beperkt of nihil is, kan invoering al snel, op 1 januari 2026. Als er wel impact is op leveranciers, kan invoering ook later plaatsvinden, maar uiterlijk 1 januari 2027.

4 Gevolgen

4.1 Documentatie

Deze wijziging hoeft alleen doorgevoerd te worden in Tabel 33.

4.2 Gemeenten

Gemeenten moeten er rekening mee houden dat de aangepaste namen kunnen worden getoond op schermen, uittreksels uit de BRP, op aangevraagde reisdocumenten en dergelijke.

4.3 Afnemers

Afnemers moeten er rekening mee houden dat de aangepaste namen kunnen worden getoond op schermen en in documenten.

4.4 IND

Geen gevolgen.

4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland

Geen gevolgen.

4.6 RvIG-systemen

RvIG moet de nieuwe namen invoeren in de Tabellen Applicatie. De RNI moet er rekening mee houden dat aangepaste namen kunnen worden getoond op schermen en in documenten.

Delen

Naslagwerk

W215 Centraal protocolleringsoverzicht via MO

W215 Centraal protocolleringsoverzicht via MO

1 Probleemstelling

1.1 Omschrijving

Een burger heeft recht op inzage van de gegevens die over hem op zijn persoonslijst zijn vastgelegd in de BRP, maar ook op inzage in de verstrekkingen die van die gegevens zijn gedaan. Burgers krijgen inzage in die verstrekkingen via het zogenaamde protocolleringsoverzicht. Voor ingezetenen kan dit worden opgevraagd bij de eigen gemeente van inschrijving. Een gemeente vraagt dan in de Kwaliteitsmonitor KWM) het protocolleringsoverzicht op van de burger. De KWM roept daartoe de ProtocolleringsOverzichtsModule (POM) aan via een webservice. De POM genereert het gevraagde overzicht met alle verstrekkingen uit de BRP-V en stuurt dit als PDF-bestand terug naar de KWM, alwaar de gemeentefunctionaris het kan downloaden, uitprinten en verzenden. Gemeenten voegen daarbij het overzicht met de verstrekkingen uit de gemeentelijke BRP-systemen toe om een totaaloverzicht van alle verstrekkingen te kunnen bieden aan de burger. Voor niet-ingezetenen geldt dat die zich kunnen wenden tot een RNI-loket, dat vervolgens samen met de niet-ingezetene een formulier invult en dit naar RvIG stuurt. RvIG stelt dan een protocolleringsoverzicht samen in de BRP-V beheermodule en stuurt dit naar de niet-ingezetene.

Dit is een omslachtig proces. Het vereist dat een burger zich wendt tot de gemeente (al dan niet via een digitaal loket) of een RNI-loket en dat die gemeente of dat loket allerlei handmatige handelingen moet verrichten om de burger te voorzien van het overzicht van de verstrekkingen van zijn gegevens. Bij sommige gemeenten kan het dan ook even duren voordat de burger zijn overzicht thuisgestuurd krijgt. Voor burgers is het veel fijner als ze zo’n protocolleringsoverzicht zelf in MijnOverheid zouden kunnen aanvragen.

In de eenvoudigste variant is dat gewoon de PDF die gemeenten nu uit de POM krijgen, maar in de toekomst zullen dat afzonderlijke gegevens uit die PDF op een interactieve manier worden getoond op MijnOverheid. Een burger zou dan door de opgevraagde protocolleringsgegevens kunnen bladeren door een overheidsorgaan te selecteren, een periode, of een soort verstrekking (spontaan/selectie/ad hoc). Maar dat is voor later. De eenvoudige variant wordt beschreven in deze LO-wijziging.

1.2 Herkomst

Deze wijziging komt voort uit initiatief IWD-01-03 Centraal protocolleringsoverzicht via MO van programma Toekomst BRP.

1.3 Raakvlakken

Er zijn geen raakvlakken met andere LO-wijzigingen.

2 Oplossing

2.1 Huidige situatie

Een gemeentelijke burgerzakenmedewerker vraagt iemands protocolleringsoverzicht voor een bepaalde periode op in de KWM. De KWM op zijn beurt roept de webservice van de POM aan. Die retourneert een PDF-bestand met de verstrekkingen uit de BRP-V in de gevraagde periode van de gevraagde persoon. Dat overzicht wordt vervolgens uitgeprint en naar de burger gestuurd per briefpost, eventueel aangevuld met een overzicht van verstrekkingen uit de gemeentelijke BRP-systemen. Voor niet-ingezetenen werkt het iets anders: zij kunnen een overzicht van de verstrekkingen uit BRP-V opvragen via een RNI-loket. Dat vult dan samen met hen een formulier in waarmee het overzicht bij RvIG kan worden opgevraagd. RvIG stelt dan het protocolleringsoverzicht samen en stuurt het naar de aanvrager.

2.2 Oplossing

Om burgers hier meer regie op te geven, wordt de functie in de KWM ook toegevoegd aan MijnOverheid. Burgers kunnen dan zelf een periode opgeven waarover ze inzage willen in de verstrekkingen van hun persoonsgegevens die in die periode zijn gedaan. Die periode is maximaal een jaar lang en gaat maximaal 20 jaar terug in de tijd, omdat protocolleringsgegevens niet langer dan 20 jaar worden bewaard. MijnOverheid roept dan een nieuwe API aan van de zogenaamde ProtocolleringsOverzicht Aanvraag Module (POAM), die op zijn beurt weer de webservice van de POM aanroept. Deze genereert het PDF-bestand en stuurt dit terug naar de POA en die zorgt dat het bestand naar de MijnOverheid Berichtenbox van de burger wordt gestuurd. De burger kan het overzicht vervolgens daar downloaden en inzien. De POAM roept dus dezelfde webservice aan als de KWM, maar voor MijnOverheid wordt er een nieuwe API geïntroduceerd. Omdat die API daarmee een extern koppelvlak wordt, dient deze, net als de POAM, in het Logisch Ontwerp BRP te worden beschreven.

2.3 Openstaande punten

Voorlopig haalt MijnOverheid alleen de PDF op met verstrekkingen in een bepaalde periode over de persoon die in MijnOverheid is ingelogd. In de toekomst kan dit worden verfijnd door niet een PDF, maar de brongegevens van die verstrekkingen te retourneren, zodat MijnOverheid de protocolleringsgegevens als interactief deel van de website kan tonen. De burger kan er dan in zoeken of bladeren, bijvoorbeeld door een specifieke afnemer te selecteren en een kleinere periode.

3 Invoering

Naar verwachting worden de benodigde wijzigingen in MijnOverheid, en de benodigde toegang tot de API van de POAM voor MijnOverheid in het derde en vierde kwartaal van 2025 gerealiseerd. Daarom is deze LO-wijziging gepland voor LO 2026.Q1 (1 januari 2026).

4 Gevolgen

4.1 Documentatie

Deze wijziging in LO BRP heeft geen gevolgen voor andere logisch ontwerpen (LO BSN, LO BRPk, LO BES en LO PBK), ook niet voor de HUP en de WIR.

4.2 Gemeenten

Geen gevolgen.

4.3 Afnemers

Geen gevolgen. Alleen voor Mijn Overheid is het gevolg dat het aanvragen van het protocolleringsoverzicht wordt toegevoegd aan de huidige functionaliteit.

4.4 IND

Geen gevolgen.

4.5 Caribische landen en Caribisch Nederland

Geen gevolgen.

4.6 RvIG-systemen

De POAM moet worden gerealiseerd en de API ervan opengesteld voor Mijn Overheid.

Delen

Abonneer op Webpagina's
Scroll naar boven