CONCEPT Oplegnotitie W198 Gestructureerde buitenlandse adressen - elementen RNI
Wat kun je vinden op deze pagina?
- 1 Probleemstelling
- 1.1 Omschrijving
- 1.2 Herkomst
- 2 Oplossing
- 2.1 Huidige situatie
- 2.2 Oplossing
- 2.3 Gerelateerde wijzigingen in wet- en regelgeving
- 2.4 Andere raakvlakken
- 2.5 Openstaande punten
- 3 Invoering
- 3.1 Fase 1 per 1-7-2026??? Of per 1-10-2026???
- 3.2 Fase 2 in 2027
- 3.3 Fase 3 op de lange termijn
- 3.4 Webapplicaties en MyRNi
- 3.5 Tot slot
- 4 Gevolgen
- 4.1 Documentatie
- 4.2 Gemeenten
- 4.3 RNI-loketten
- 4.4 Afnemers
- 4.5 ABO’s
- 4.6 IND
- 4.7 Caribische landen en Caribisch Nederland
- 4.8 RvIG-systemen
CONCEPT Oplegnotitie W198 Gestructureerde buitenlandse adressen - elementen RNI
1 Probleemstelling
1.1 Omschrijving
Afnemers die SEPA-incassobetalingen doen waarbij SEPA-landen buiten de EER zijn betrokken, moeten per 15 november 2026 bij een transactie het adres van de persoon in een gestructureerde vorm, d.w.z. in afzonderlijke adresdelen, aanleveren gebaseerd op ISO20022. Wereldwijde transacties (via SWIFT) vereisen bij zowel incasso- als excassobetalingen een gestructureerd adres gebaseerd op ISO20022 ook per 15 november 2026. Op dit moment is het niet mogelijk om buitenlandse adressen uit de BRP op een goede manier in afzonderlijke adresdelen te verstrekken aan afnemers.
De huidige registratie van het buitenlands adres over 3 vrije tekstvelden zorgt er ook al heel lang voor dat veel post van BRP-afnemers naar het buitenland (met name buiten Europa) niet bezorgd kan worden wegens onjuiste adressering.
1.2 Herkomst
Een aantal afnemers (o.a. SVB en uit pensioensector) heeft aan RvIG gevraagd het buitenlandse adres in gestructureerde vorm (in adreselementen) te gaan verstrekken om alle mogelijke betalingen te kunnen blijven doen.
2 Oplossing
2.1 Huidige situatie
Het buitenlands adres in de BRP is verdeeld over 3 tekstvelden (adresregels) en een gebruiker kan zelf beslissen wat op welke regel wordt geplaatst. Er kan dus niet met zekerheid bepaald worden waar de postcode, straat, regio, etc. staat.
2.2 Oplossing
Om zowel aan de wens van de afnemers m.b.t. internationale betalingen tegemoet te komen als een goed postadres te kunnen samenstellen worden dertien extra adreselementen aan groep 13 Adres buitenland toegevoegd. Twaalf elementen worden gebruikt om het buitenlands adres in delen in de BRP op te slaan en dus ook in delen aan afnemers te kunnen verstrekken. In het dertiende element (13.99) wordt het volledige adres volgens UPU land-specifieke regels opgeslagen. Het betreft hiermee de volgende dertien elementen:
|
Elementnummer en -naam |
Beschrijving en gebruik |
|
Identificeert een onderverdeling van een land, zoals een staat, regio of provincie. |
|
|
Identificeert een onderverdeling binnen een landonderverdeling, zoals bijvoorbeeld een district of departement. |
|
|
Naam van een bebouwd gebied met duidelijke grenzen. Meestal een stad, bijvoorbeeld 'Parijs'. |
|
|
Specifieke naam van een gebied binnen een plaats, bijvoorbeeld wijk. |
|
|
Element dat de code aangeeft die wordt gebruikt voor het sorteren van post of geografische gebieden van elkaar te onderscheiden. |
|
|
Naam van een straat of doorgaande weg. |
|
|
Naam van een straat of doorgaande weg, die alleen via de primaire straat bereikbaar is. |
|
|
Nummer dat de positie van een gebouw (bijvoorbeeld huis) op een straat identificeert. |
|
|
Naam van het gebouw of huis. |
|
|
Geeft een appartement of woning in het gebouw aan of de naam van een gebouw binnen een complex van gebouwen of een specifieke vleugel op trappenhuis vanwaar de locatie te bereiken is. |
|
|
Vloer of verdieping in een gebouw. |
|
|
Naam en of nummer met type omschrijving van een kamer binnen een gebouw. |
|
|
Het volledige adres geschreven als een string: achterelkaar de uit de losse elementen opgebouwde adresregels volgens de landspecifieke gegevens, waarbij een speciaal karakter de overgang naar een nieuwe regel aangeeft. Hierbij kunnen teksten zijn afgekort t.o.v.de waarde in de elementen, zodat daarmee een regel bijv. helemaal zichtbaar is in een vensterenvelop. |
Met deze elementen kunnen afnemers en bijhouders adressen op een gestructureerde wijze invoeren, doorzoeken en ontvangen, zodanig dat zij deze onder andere kunnen gebruiken voor het doen van internationale betalingen en het correct adresseren van poststukken. Verder vergelijkt een aantal afnemers buitenlandse adressen van burgers met elkaar om bijvoorbeeld gezamenlijke bewoning te kunnen vaststellen. Een uniforme registratie van deze adressen verhoogt de slagingskans aanzienlijk.
Bijhouding van de twaalf nieuwe adreselementen op een PL in de RNI kan gedaan worden door de ABO’s door een mutatieverzoek in te dienen en door medewerkers van de RNI-loketten.
Dit geldt niet voor de persoonslijsten van de inwoners van Caribisch Nederland, die door invoering van het BSN in Caribisch Nederland in de RNI zijn opgenomen. Bijhouding over ingezetenen van een openbaar lichaam ligt bij de bestuurscolleges van die openbare lichamen. Mutatieverzoeken afkomstig van ABO’s en RNI-loketten op een RNI-PL worden dan ook niet verwerkt zolang een persoon ingezetene van een openbaar lichaam is en dus een actuele PL in de basisadministratie van dat openbaar lichaam heeft. De RNI-PL van een ingezetene van een openbaar lichaam wordt automatisch bijgewerkt zodra het adres op zijn PL in de basisadministratie van een openbaar lichaam wordt gewijzigd. Hierbij wordt het adres op het BES-eiland, dat op de PIVA-PL in groep 11 in elementen is opgenomen, niet alleen tot de huidige 3 adresregels van het buitenlands adres in de RNI omgevormd, maar ook overgezet naar de betreffende nieuwe elementen in groep 13 Adres buitenland op de PL.
Het vullen van het dertiende element, 13.99 Volledig adres buitenland, met het volledige adres volgens de UPU land-specifieke regels doet een conversietool.
De invoering van de oplossing zal in 3 fases verlopen: zie H3 Invoering.
Voor afnemers die geen interesse hebben in de losse elementen van een buitenlands adres gaat er voorlopig niets veranderen: de 3 buitenlandse adresregels die nu in de BRP zitten (13.30 Regel 1 adres buitenland, 13.40 Regel 2 adres buitenland en 13.50 Regel 3 adres buitenland), worden met deze LO-wijziging gehandhaafd en de afnemers, die dat willen, kunnen die gewoon blijven gebruiken.
2.3 Gerelateerde wijzigingen in wet- en regelgeving
De afnemers die om deze LO-wijziging hebben gevraagd, doen dat vanwege nieuwe Europese regelgeving per 15 november 2026 (voor meer informatie zie hier).
2.4 Andere raakvlakken
Er zijn raakvlakken met de twee webapplicaties ‘Vooraanmelding RNI-inschrijving’ en ‘Adreswijziging buitenland’ en de website MyRNi: daarin wordt het adres nu uitgevraagd op basis van een paar losse adreselementen. De inhoud van die set losse adreselementen wordt vervolgens vertaald naar de huidige drie buitenlandse adresregels en opgeslagen in de RNI. Deze beperkte set losse adreselementen moet aangepast worden naar de dertien nieuwe elementen, die met deze LO-wijziging worden toegevoegd.
2.5 Openstaande punten
Nog onduidelijk is voor alle niet-ingezetenen, die geen inwoner van een BES-eiland zijn:
- of bij de implementatie van deze LO-wijziging de nieuwe elementen bij alle actuele buitenlandse adressen initieel gevuld kunnen worden;
- wanneer na de implementatie van deze LO-wijziging bij opvoer/mutatie van een buitenlands adres in de drie huidige adresregels deze in de RNI automatisch geconverteerd gaan worden naar de nieuwe adreselementen.
RvIG is bezig om een tool te regelen waarmee de conversie van de drie huidige regels naar de verschillende nieuwe elementen zowel initieel als na de implementatie van deze LO-wijziging kan worden gerealiseerd.
Zo’n tool kan sowieso niet alle adressen converteren en niet alle geconverteerde adressen zullen helemaal correct gesplitst worden in de verschillende adreselementen. Daarom is het aan de ABO’s om dit te controleren en de kwaliteit van de inhoud van de nieuwe adreselementen zo snel mogelijk zo hoog mogelijk te krijgen en te houden.
Voor ingezetenen van de BES-eilanden zorgt RvIG voor de (ook initiële) automatische vulling van deze nieuwe elementen op de PL in de RNI.
Met rubriek 13.99 Volledig adres buitenland wordt het mogelijk een correct opgemaakt buitenlands postadres aan afnemers te verstrekken. Het element wordt met deze LO-wijziging ook aan de BRP toegevoegd. De tool vult deze rubriek gebruikmakend van de geregistreerde adreselementen en de in de UPU vastgelegde land-specifieke regels.
Er is nog geen beslissing genomen over hoe we ervoor gaan zorgen dat in groep 13 Adres buitenland hetzelfde buitenlands adres op drie verschillende manieren wordt opgeslagen en dat dit niet uit elkaar gaat lopen. RvIG werkt aan een oplossing. Het idee is nu om geregeld aan de ABO’s een lijst te sturen met alle PL’en met afwijkingen tussen deze drie adressen, waarbij de betreffende ABO categorie 08 Verblijfplaats het laatst heeft gemuteerd.
3 Invoering
De invoering van de totale oplossing m.b.t. gestructureerde buitenlandse adressen gaat in drie fases.
3.1 Fase 1 per 1-7-2026??? Of per 1-10-2026???
De dertien nieuwe adreselementen worden alleen aan de RNI en de BRP-V toegevoegd. Dus als een PL vanuit de RNI verhuist naar de BRP van een gemeente (bij immigratie) zullen de nieuwe elementen vervallen.
Vullen van de nieuwe elementen:
- Initieel: een conversietool zorgt (hopelijk, zie 2.5 Openstaande punten) voor het initieel vullen van de nieuwe elementen van alle actuele buitenlandse adressen. Als het converteren niet lukt of niet (helemaal) goed gaat, kunnen medewerkers van de RNI-loketten en de ABO’s, als bijhouders van de RNI, zorgen voor de juiste vulling van de elementen.
- Daarna bij opvoer/mutatie: als een buitenlandsadres op een PL moet worden opgevoerd dan wel gemuteerd, vult de gemeente/RNI-loket/ABO de huidige 3 regels van het adres buitenland. Zodra er een conversietool in de RNI beschikbaar is, zal deze proberen hiermee de nieuwe elementen te vullen. Zolang de conversietool er niet is of als het converteren niet lukt of niet (helemaal) goed gaat, kunnen medewerkers van de RNI-loketten en de ABO’s, als bijhouders van de RNI, zorgen voor de juiste vulling van de elementen.
Medewerkers van de gemeenten hebben in deze fase nog niets te maken met de nieuwe elementen: ze vullen ze niet en ze zien ze niet.
Voor ingezetenen van de BES-eilanden zorgt RvIG voor de (ook initiële) automatische vulling van deze nieuwe elementen op de PL in de RNI.
De BRP API’s (BRP API – Personen en BRP API – Verblijfplaatshistorie) worden ook in deze fase uitgebreid met de dertien nieuwe elementen.
Afnemers die dat willen en mogen, worden geautoriseerd voor deze nieuwe adreselementen en zullen deze verstrekt krijgen via de berichtendienst, webservice en/of API’s. Voor alle andere afnemers wijzigt er niets.
3.2 Fase 2 in 2027
De dertien nieuwe adreselementen worden ook aan de (rest van de) BRP toegevoegd. De gemeentelijke applicaties en alle betrokken berichtenverkeer worden hierop aangepast. Bij opvoer of mutatie van een buitenlandsadres gebruiken de bijhouders nog steeds de huidige drie buitenlandse adresregels en een conversietool zorgt dan (hopelijk, zie 2.5 Openstaande punten) voor het vullen van de nieuwe elementen. Medewerkers van de RNI-loketten en de ABO’s, als bijhouders van de RNI, zorgen, indien nodig, voor de juiste vulling van de elementen. En als de burger ingezetene wordt van Nederland zullen de dertien nieuwe elementen van het historisch geworden buitenlandsadres niet meer vervallen, maar gewoon in de BRP bij de gemeente worden opgeslagen.
De exacte implementatiedatum van fase 2 wordt in afstemming met de drie gemeentelijke softwareleveranciers bepaald.
3.3 Fase 3 op de lange termijn
Alle dertien nieuwe adreselementen worden ook aan de PIVA, BvBSN en BRP koppelpunt (eIDAS) toegevoegd en de drie huidige adresregels worden uitgefaseerd. Een bijhouder kan dan alleen nog maar een buitenlands adres opvoeren/muteren door het vullen van de twaalf nieuwe elementen. De tool zorgt voor het vullen van het 13e element: 13.99 Volledig adres buitenland; indien nodig kan deze handmatig worden gecorrigeerd.
Dit is een grote wijziging met impact op:
- Systemen en processen bij de gemeenten
- Berichtenverkeer waarin buitenlandse adressen zijn opgenomen
- Systemen en processen bij alle afnemers in Europees Nederland en Caribisch Nederland, die buitenlandse adressen krijgen
- Systemen en processen bij alle gebruikers van de PIVA en de BvBSN.
- Autorisaties van alle afnemers, die buitenlandse adressen verstrekt krijgen.
Vanwege de grote impact zal het nog wel even duren voordat deze fase wordt geïmplementeerd.
3.4 Webapplicaties en MyRNi
In de twee webapplicaties ‘Vooraanmelding RNI-inschrijving’ en ‘Adreswijziging buitenland’ en de website MyRNi wordt het adres nu uitgevraagd op basis van een paar losse adreselementen. De inhoud van die set losse adreselementen wordt vervolgens automatisch vertaald naar de huidige drie buitenlandse adresregels en opgeslagen in de RNI. Deze beperkte set losse adreselementen moet uiterlijk bij de implementatie van de lange termijn oplossing (zie 2.2 Oplossing) aangepast worden naar de twaalf nieuwe elementen, die met deze LO-wijziging worden toegevoegd, omdat de drie huidige buitenlandse adresregels dan worden uitgefaseerd en bijhouding en opslag alleen nog maar plaats vindt via die dertien nieuwe elementen. Het dertiende element wordt door de tool gevuld. De webapplicaties kunnen uiteraard al eerder overgaan op de nieuwe adreselementen, maar dan moet, tot de lange termijn oplossing wordt geïmplementeerd, de inhoud van die elementen ook automatisch worden vertaald naar de huidige drie buitenlandse adresregels.
3.5 Tot slot
Deze LO-wijziging (W198) betreft de wijzigingen die in fase 1 worden geïmplementeerd. Voor de twee andere fases zullen t.z.t. ook oplegnotities met een bijbehorend LO-wijzigingsdocument worden gemaakt.
4 Gevolgen
4.1 Documentatie
Voor fase 1 moet naast het LO BRP ook de WIR worden aangepast.
Er is geen impact op de andere LO’s. Aanpassing van de BvBSN, de BRPk en de PIVA (met PBK) zal pas gebeuren bij de lange termijn oplossing: dat zal dan ook het moment zijn dat het LO BSN, LO BES, LO BRPk en LO PBK zullen worden aangepast.
4.2 Gemeenten
In fase 1 is er geen impact op de burgerzakensystemen van de gemeenten. De wijzigingen in de gemeentelijke applicaties gaan pas in de volgende fase worden doorgevoerd. Op dat moment zal dat als een nieuwe LO wijziging met oplegnotitie worden aangepakt.
4.3 RNI-loketten
RNI-loketten gaan wel wat van deze LO-wijziging merken. Het opvoeren van een buitenlandsadres door medewerkers van de RNI-loketten gaat niet veranderen. Wel kunnen medewerkers van RNI-loketten de nieuwe adreselementen, indien nodig, vullen of wijzigen.
4.4 Afnemers
De afnemers die de nieuwe adreselementen nodig hebben zullen deze via de Berichtendienst, de Ad hoc webservice en/of BRP API’s verstrekt kunnen krijgen. Hun autorisatie zal daarvoor wel eerst moeten worden uitgebreid met deze nieuwe elementen. Bovendien zullen deze afnemers hun eigen systemen en processen moeten aanpassen zodat zij de nieuwe elementen kunnen verwerken.
Voor afnemers die geen interesse hebben in de losse elementen van een buitenlands adres gaat er met deze LO-wijziging niets veranderen.
4.5 ABO’s
Voor ABO’s gaat er het een en ander veranderen: de nieuwe adreselementen zullen zij verstrekt gaan krijgen. Ook moeten ABO’s losse buitenlandse adreselementen kunnen aanleveren via de webservices waarmee zij een verzoek tot een wijziging of opvoer van het buitenlands adres van een niet-ingezetene doen. De systemen en processen zullen hierop aangepast moeten worden.
Hun autorisaties zullen met deze nieuwe elementen worden uitgebreid.
4.6 IND
Geen.
4.7 Caribische landen en Caribisch Nederland
In fase 1 is er geen impact op de Caribische landen en Caribisch Nederland. De wijzigingen in de PIVA gaan pas bij de lange termijn oplossing worden doorgevoerd. Op dat moment zal dat als een nieuwe LO wijziging met oplegnotitie worden aangepakt.
4.8 RvIG-systemen
Fase 1 heeft impact op verschillende zaken m.b.t. RvIG:
T.b.v. het kunnen verstrekken van de nieuwe elementen moet het volgende worden aangepast:
- BRP-V
- BRP API - Personen en BRP API – Verblijfplaatshistorie
- spontane en conditionele verstrekkingen (Ag11/Ag21/Ag31/Gv01/Gv02)
- selecties (Sv01/Ag11)
- ad hoc vraag (Hq01/Ha01)
- ad hoc webservice
- webservice VraagPL: bij RNI wel en bij gemeenten niet verstrekken van nieuwe elementen, aangezien de gemeentelijke applicaties de nieuwe elementen nog niet kennen.
Verder moeten met de nieuwe gegevens worden uitgebreid:
- de ABO-webservice (Dv01/Dv02)
- de berichten t.b.v. synchronisatie (Lg01 en ook Lq01/La01) m.b.t. de RNI.
Bij een mutatie op het actuele adres in een basisadministratie van een openbaar lichaam moeten niet alleen de huidige 3 buitenlandse adresregels op de RNI-PL worden aangepast, maar ook de nieuwe adreselementen worden gevuld: hiervoor moet de verwerking van de Dv01/Dv02-berichten in de RNI worden aangepast.
RNI loketmedewerkers en medewerkers G&R moeten het buitenlands adres op basis van de nieuwe elementen kunnen raadplegen en wijzigen.
Toevoegen van de nieuwe elementen aan BRP-V proefomgeving, Daft, BCM, Robin, POM, RNI, KWM (ondersteunen van nieuwe elementen voor wijzigingsverzoeken RNI) en de tabellenapplicatie.
T.b.v. testdienst en S&T zullen testcases i.v.m. aangepast berichtenverkeer en aangepaste systemen van afnemers moeten worden opgesteld.
Het autorisatieaanvraagformulier (AAF) moet worden aangepast, zodat om de nieuwe gegevens kan worden verzocht.
Let op: de volgende zaken worden met deze LO-wijziging niet aangepast, ook al komt daar het adres buitenland in voor:
- Jb01-bericht in de cyclus ‘Vervolginschrijving van RNI naar Gemeente’
- Webapplicaties waarmee de burger de voorinschrijving doet of zijn adreswijziging doorgeeft de website MyRNi. Het aanpassen hiervan verloopt niet via een LO-wijziging: deze aanpassing zal RvIG z.s.m. na implementatie van deze LO-wijziging doorvoeren.
Deze wijziging heeft geen impact op de zelfevaluatie van gemeenten en centrale systemen.