W195 Nieuwe waarde Verstrekkingsbeperking tbv Kanselarij
Als iemand wordt voorgedragen voor een Koninklijke onderscheiding, doet de Kanselarij der Nederlandse Orden vooronderzoek om na te gaan of die persoon daadwerkelijk in aanmerking komt voor een Koninklijke onderscheiding. Ze doen dat door de BRP ad hoc te bevragen. Als iemand een onderscheiding toegekend heeft gekregen, plaatsen ze pas een afnemersindicatie om zo geïnformeerd te worden over iemands overlijden: als dat gebeurt wordt nabestaanden gevraagd de onderscheiding terug te sturen.
Die ad hoc bevragingen moeten natuurlijk geheim blijven voor de burger in kwestie. Als hij of zij een Koninklijke onderscheiding krijgt, is het de bedoeling dat dat een verrassing blijft, en als de Kanselarij besluit dat hij of zij er toch niet voor in aanmerking komt, is het niet leuk om dat achteraf te ontdekken. Spontane verstrekkingen mogen daarentegen weer wel kenbaar worden gemaakt aan de burger en hij/zij mag ook best weten dat de Kanselarij een afnemersindicatie bij zijn/haar PL heeft geplaatst.
Dit betekent dat ad hoc verstrekkingen aan de Kanselarij niet, maar spontane verstrekkingen wel opgenomen moeten worden op het protocolleringsoverzicht van burgers. Om dit te regelen wordt een nieuwe waarde toegevoegd aan tabelrubriek 35.95.13 Verstrekkingsbeperking, die regelt van welke verstrekkingen wel en van welke geen mededeling wordt gedaan aan de burger.