W191 Aanvulling op W180 oplossen verschillen BAG-BRP
Aanleiding wijziging: verzoek gemeenten. Op 1 januari 2024 is LO BRP versie 2024.Q1 in werking getreden. Hierin wordt een vaste koppeling afgedwongen tussen het te registreren actuele woon- of briefadres in de BRP en een geldig hoofdadres van een adresseerbaar object in de BAG (W180). Een adresseerbaar object in de BAG is een object waaraan formeel adressen kunnen en moeten worden toegekend; dit betreft een verblijfsobject, standplaats of ligplaats.
De BAG kent naast het hoofdadres ook de mogelijkheid van een nevenadres (of meerdere) bij een adresseerbaar object: het gebruik van een nevenadres is in LO BRP versie 2024.Q1 niet toegestaan. Een nevenadres is een aanvullend adres voor een adresseerbaar object: dit betreft de situatie dat er meerdere relevante toegangen zijn, zoals naast de hoofdingang ook een leveranciersingang.
Op de aanpassing W180 zijn diverse signalen van gemeenten binnengekomen. Het is gebleken dat het niet kunnen opvoeren van een nevenadres als briefadres, wanneer een gemeente of organisatie als briefadresgever voor een burger optreedt, ongewenste situaties kan opleveren. RvIG komt nu de gemeenten met wijziging W191 tegemoet. Wijziging W191 zorgt ervoor dat het opvoeren van een nevenadres voor de hierboven beschreven situatie is toegestaan.
Eind 2023 hebben de drie softwareleveranciers van gemeenten (Centric, PinkRoccade en Procura) laten weten dat nevenadressen na 1 januari 2024 te gebruiken zijn in hun softwaresystemen. Daarom is inmiddels zowel via mail aan alle gemeenten als via onze website gecommuniceerd, dat het gebruik van een nevenadres als briefadres voor gemeenten en organisatie per 1 januari 2024 is toegestaan. Dit ondanks dat het volgens het LO BRP versie 2024.Q1 niet mag.
Met W191 zal het LO BRP worden aangepast zodat ook daarin vastligt in welke situatie het nevenadres mag worden gebruikt.