RvIG definieert een aantal werkwijzen voor de controle op de identiteit van de aanvrager of burger, te weten: 
1. Controleert uw gemeente de identiteit van betrokkene bij een persoonlijke aangifte of aanvraag aan de hand van een geldig identiteitsbewijs? 
2. Worden ook de echtheidskenmerken gecontroleerd?
3. Wordt de foto vergeleken met de persoon? 
4. Wordt de handtekening van de persoon vergeleken met die op het identiteitsbewijs? 
5. Heeft uw gemeente voor identificatie van burgers, die een aangifte of aanvraag doen, maar niet beschikken over een geldig identificatiebewijs, een controleprocedure of -instructie opgezet, geïmplementeerd en wordt deze nageleefd? 
6. Worden er door uw gemeente voor identificatie van burgers, die een aangifte of aanvraag doen, maar niet beschikken over een geldig identificatiebewijs, identificerende vragen gesteld om de identiteit vast te stellen? 
7. Wordt er door uw gemeente onderzoek ingesteld als er twijfel bestaat over de identiteit van burgers, die een aangifte of aanvraag doen?

-Ja als er voor een aangifte of een aanvraag van een burger een proces is ingericht voor identificatie van de burger en dit identificatieproces wordt uitgevoerd en dit identificatieproces wordt gecontroleerd.
-Grotendeel  als er voor een aangifte of een aanvraag van een burger een proces is ingericht voor identificatie van de burger en dit identificatieproces wordt uitgevoerd maar dit proces wordt niet gecontroleerd.
-Deels  als er voor een aangifte of een aanvraag van een burger een proces is ingericht voor identificatie van de burger, maar de identificatie wordt niet volgens het proces uitgevoerd. 
-Als er geen proces is ingericht voor de identificatie van burgers moet Nee worden geantwoord.