Overslaan en naar de inhoud gaan

Om aangesloten te worden op de BRP-V moet een organisatie:

  • een overheidsorgaan zijn met een eigen publiekrechtelijke taak waarvoor de gegevens uit de BRP-V noodzakelijk zijn
  • een bijzondere derde zijn in de zin van de Wet BRP. De bijzondere derden worden limitatief opgesomd in de regelgeving. Regionale samenwerkingsverbanden zijn geen bijzondere derden.

Publiekrechtelijke lichamen zoals gemeenten, provincies of waterschappen, kunnen samen een publiekrechtelijke rechtspersoon oprichten (een openbaar lichaam). Aan die rechtspersoon kunnen zij de uitvoering van hun wettelijke bevoegdheden delegeren. Delegatie (in tegenstelling tot mandaat of volmacht) wil zeggen dat de gemeente, de provincie of het waterschap die/dat de bevoegdheid delegeert, die bevoegdheid zelf niet meer kan uitoefenen. Het openbare lichaam heeft daarmee een eigen taak gekregen. Wanneer voor die taak gegevens uit de BRP-V noodzakelijk zijn, kan het openbare lichaam een aansluiting krijgen op de BRP-V.

Een vergelijkbare mogelijkheid is de situatie waarin gemeenten, provincies en waterschappen een private rechtspersoon oprichten - bijvoorbeeld een stichting - en daaraan taken delegeren. Er is dan ook sprake van een overheidsorgaan met eigen, exclusieve bevoegdheden. Een aansluiting op de BRP-V is dan mogelijk.

Wanneer aan een samenwerkingsverband bevoegdheden worden overdragen in mandaat of bij volmacht, handelt het samenwerkingsverband namens de gemeente, de provincie of het waterschap. Het samenwerkingsverband heeft daarmee geen eigen bevoegdheden, maar oefent bevoegdheden van een ander overheidsorgaan uit namens dat andere overheidsorgaan. Het samenwerkingsverband is dan zelf geen overheidsorgaan. Een aansluiting op de BRP-V is dan niet mogelijk.

Samenvattend: Als er sprake is van een publieke of private rechtspersoon met gedelegeerde bevoegdheden waarvoor het gebruik van BRP-gegevens noodzakelijk is, dan is een aansluiting op de BRP-V mogelijk.

Scroll naar boven