Overslaan en naar de inhoud gaan
Naslagwerk

UC05 Registreer nummertoekenning

Inleiding

De use case “Registreer nummertoekenning” beschrijft de stappen voor het registreren van een toekenning van een BSN. Het nummer is door de toekennende instantie toegekend aan een gerechtigde en is daarna niet meer beschikbaar als toe te kennen nummer.

In onderstaand model is de use case “Registreer nummertoekenning” weergegeven.

Image
Registreer nummertoekenning.JPG

1. Hoofdscenario

1.1. Initiatie

1.1.1. Ontvang bericht “toekenning nummer”

De use case start met de ontvangst van het bericht “toekenning nummer”. In dit bericht staan de volgende gegevens:

Vraagbericht

Identificatie afzender
Berichtnummer afzender
Instantie
BSN
Datum-tijd van toekennen

1.1.2. Leg bericht “toekenning nummer” vast

Het BV BSN-berichtnummer wordt toegekend en het vraagbericht wordt vastgelegd in het berichtenlogboek. Zie use case “Leg bericht vast”.

1.1.3. Autoriseer verzoek

De autorisatie wordt aangevraagd en verleend. Zie “Autoriseer verzoek” (Zie alternatieve scenario´s 1).

1.2. Verwerking

1.2.1. Controleer bericht

Hier wordt gecontroleerd of de velden uit het vraagbericht goed gevuld zijn. De inhoud van het bericht moet voldoen aan de volgende eisen:

  • De afzender moet gevuld zijn (zie ook Alternatieve scenario´s 2)
  • Het berichtnummer van de afzender moet gevuld zijn (zie ook Alternatieve scenario´s 3)
  • De instantie moet gevuld zijn (zie ook Alternatieve scenario´s 4)
  • Het BSN moet gevuld zijn (zie ook Alternatieve scenario´s 5)
  • Het BSN moet voldoen aan de 11-proef (zie ook Alternatieve scenario´s 6)

Daarnaast is het wenselijk dat de datum-tijd van toekennen juist is. (zie ook Alternatieve scenario’s 7)

1.2.2. Controleer validiteit toekenning

Het systeem controleert in het nummerregister of de toekenning valide is. De toekenning is valide als:

  • het nummer in het nummerregister is geregistreerd en de status “gedistribueerd” heeft en
  • de instantie die toegekend heeft (uit het vraagbericht) overeenkomt met het veld “instantie” uit het nummerregister (i.e., de toekennende instantie waaraan de batch met dit nummer is gedistribueerd).

De volgende alternatieve situaties worden onderkend:

  • Het nummer is niet gevonden (zie Alternatieve scenario’s 8)
  • De instantie van toekenning is niet valide (zie Alternatieve scenario’s 9)
  • Het nummer heeft de status “aangemaakt (zie Alternatieve scenario’s 10)
  • Het nummer heeft de status “in verkeer” (zie Alternatieve scenario’s 11)
  • Het nummer heeft de status “uit verkeer” (zie Alternatieve scenario’s 12)

1.2.3. Registreer nummertoekenning

Voordat de wijziging in het nummerregister wordt doorgevoerd, wordt de oude situatie in de nummerhistorie vastgelegd.
Het systeem voert de mutatie in het nummerregister uit (Zie ook Alternatieve scenario´s 13):

  • De status van het nummer wordt op “in verkeer” gezet;
  • De datum/tijd van toekennen, zoals door de instantie in het vraagbericht meegegeven, wordt geregistreerd; (indien de tijd niet is aangeleverd wordt 00:00:00 vastgelegd)
  • De registratie waarin de gegevens van dit nummer zijn opgenomen wordt geregistreerd. Deze wordt bepaald aan de hand van de identificatie van de afzender.
  • Datum/tijd van wijziging.

1.3. Afronding

1.3.1. Stel antwoordbericht “toekenning nummer” samen

Het systeem stelt een antwoordbericht samen. In dit bericht staan de volgende gegevens:

Antwoordbericht

Berichtnummer afzender
BV BSN Berichtnummer
BSN
Berichtresultaatcode (5000)
Omschrijving berichtresultaat (“Nummertoekenning geregistreerd”)

1.3.2. Leg antwoordbericht “toekenning nummer” vast

Het antwoordbericht wordt vastgelegd in het berichtenlogboek. Zie use case “Leg bericht vast”.

1.3.3. Bied antwoordbericht “toekenning nummer” aan

Het antwoordbericht wordt aangeboden aan de actor.

1.3.4. Vul het auditlog

Het systeem registreert in het auditlog het resultaat van alle bovenstaande stappen. De volgende gegevens worden hierbij vastgelegd (Zie Alternatieve scenario´s 14):

Gegevens auditlog

Toelichting

Huidige datum en tijd Systeemdatum-tijd
Identificatie afzender DN uit het certificaat
BV BSN-berichtnummer Het toegekende BV BSN berichtnummer
Berichtnummer afzender Overnemen uit vraagbericht
Indicatie eindgebruiker/instantie Overnemen uit vraagbericht
Uitgevoerde actie de stap die uitgevoerd is
Resultaat van de uitgevoerde actie Resultaat van de uitgevoerde stap
Resultaatcode Berichtresultaatcode uit het antwoordbericht

2. Alternatieve Scenario’s

2.1. Alternatief 1: Autorisatie mislukt

Indien de autorisatie wordt geweigerd, wordt het volgende antwoordbericht verstuurd naar de afzender “Afzender niet geautoriseerd” (berichtresultaatcode 4). Daarnaast wordt een melding in het systeemfoutenlogboek opgenomen. Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.2. Alternatief 2: Identificatie afzender in vraagbericht is niet gevuld

Indien het veld Identificatie afzender van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”De afzender van het bericht moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 8). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.3. Alternatief 3: Berichtnummer afzender in vraagbericht is niet gevuld

Indien het veld berichtnummer afzender van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”Het berichtnummer van de afzender moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 9). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.4. Alternatief 4: Instantie in vraagbericht is niet gevuld

Indien het veld instantie van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”De instantie moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 5004). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.5. Alternatief 5: BSN is niet gevuld

Indien het veld BSN van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd “Het BSN moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 5002). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.6. Alternatief 6: BSN voldoet niet aan de 11-proef

Indien het opgegeven nummer niet aan de 11-proef voldoet, wordt de volgende melding naar de afzender verstuurd: “Nummer voldoet niet aan de 11-proef” (berichtresultaatcode 5007).
Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.7. Alternatief 7: Datum-tijd van toekenning is niet juist

Indien het veld datum-tijd van toekenning van het vraagbericht niet gevuld is of een onjuiste datum (bijvoorbeeld onjuist datumformaat of een datum in de toekomst) bevat, wordt een melding aan het nummerfoutenlogboek toegevoegd 

In het nummerfoutenlogboek worden de volgende gegevens opgenomen:

Gegevens nummerfoutenlogboek

Toelichting

Foutnummer Uniek volgnummer
BV BSN-Berichtnummer Nummer van het bericht waarbij de fout optrad
BSN BSN waar de fout betrekking op heeft
Indicatie van de fout “Datum-tijd van toekenning is niet juist”
Datum/tijd Datum tijd van constatering van de fout
Status van de verwerking van de fout Open

Indien het nummerfoutenlogboek niet gevuld kan worden, wordt een melding  in het systeemfoutenlogboek opgenomen. Dit heeft verder geen invloed op de verwerking van het bericht.

Hierna wordt verdergegaan met de verwerking. Als het nummerregister wordt gemuteerd ten behoeve van de toekenning, wordt de datum niet gevuld.

2.8. Alternatief 8: Het nummer is niet gevonden

Het nummer in het aangeleverde bericht is niet aanwezig in BV BSN en kan dus niet toegekend worden. De volgende melding wordt verstuurd naar de afzender “Het opgegeven nummer bestaat niet” (berichtresultaatcode 5003).
Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.9. Alternatief 9: Instantie van toekenning niet valide

Indien de instantie van toekenning ongelijk is aan de instantie waaraan het nummer is gedistribueerd, wordt volgende melding wordt verstuurd naar de afzender “De instantie van toekennen moet gelijk zijn aan de instantie waaraan het nummer is gedistribueerd” (berichtresultaatcode 5005).
Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.10. Alternatief 10: Nummer heeft status aangemaakt

Indien het nummer de status ‘aangemaakt’ heeft, wordt de melding “Het opgegeven nummer kan niet in verkeer worden genomen” (berichtresultaatcode 5006) in het antwoordbericht opgenomen.
Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.11. Alternatief 11: Nummer heeft status in verkeer

Indien het nummer de status ‘in verkeer’ heeft, wordt de melding “Het opgegeven nummer is reeds in verkeer” (berichtresultaatcode 5001) in het antwoordbericht opgenomen.
Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.12. Alternatief 12: Nummer heeft status uit verkeer

Indien het nummer de status ‘uit verkeer’ heeft, wordt de melding “Het opgegeven nummer kan niet in verkeer worden genomen” (berichtresultaatcode 5006) in het antwoordbericht opgenomen.
Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.13. Alternatief 13: Fout bij registreren van nummertoekenning

Indien er een fout optreedt bij het registreren van de nummertoekenning, wordt de melding ”Er is een fout opgetreden” (berichtresultaatcode 2) verstuurd naar de afzender. Het nummerregister wordt teruggebracht in de toestand, zoals die was voor de start van de verwerking van het bericht  Daarnaast wordt  een melding  aan het systeemfoutenlogboek toegevoegd.
Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.

2.14. Alternatief 14: Fout bij vullen auditlog 

Indien het auditlog niet gevuld kan worden, wordt een melding  in het systeemfoutenlogboek opgenomen. Aan de afzender van het bericht wordt de melding "Er is een fout opgetreden" (berichtresultaatcode 2) verstuurd. De verwerking van het bericht zal stoppen.
Indien het tussenstappen betreft wordt direct verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen. 
Indien het de laatste stap betreft, zal wel de beheerorganisatie, maar niet de afzender hierover geïnformeerd worden.

3. Subprocessen

Niet van toepassing.

4. Belangrijke scenario’s

Niet van toepassing.

5. Precondities

  • De actor die het bericht verstuurt, is geauthenticeerd (zie use case: authenticeren).

6. Postcondities

  • Alle ondernomen acties zijn vastgelegd in het auditlog;
  • Er is een antwoordbericht verstuurd naar de actor.

7. Extensies

Niet van toepassing.

8. Speciale eisen

Niet van toepassing.

9. Aanvullende Informatie

9.1. Activiteitendiagram

Image
activiteitendiagram.jpg

Download PDF

Document

Delen

Scroll naar boven