Wat kun je vinden op deze pagina?
Beheervoorziening BSN - Overzicht functionaliteiten
1. Inleiding
Dit document geeft een overzicht van de gewenste functionaliteit van de BV BSN en een korte omschrijving daarvan. De gewenste functionaliteit is uitwerkt in use-casebeschrijvingen. In hoofdstuk 2 is op globaal niveau de functionaliteit uitgewerkt in een use-casemodel. Van deze use cases is op globaal niveau in onderliggende paragrafen een beschrijving gemaakt.
Een nadere uitwerking van de use case in een basis flow en een alternatieve flow is te vinden in de use-casespecificaties.
1.1. Definities
Zie de BSN glossary.
1.2. Referenties
De BV BSN kent de volgende use-casespecificaties:
- UC02 Controleer BSN en identificerende gegevens
- UC03 Haal op set identificerende gegevens
- UC04 Distribueer nummer
- UC05 Registreer nummertoekenning
- UC06 Hang registratie om bij BSN
- UC07 Ophalen berichten uit berichtenlogboek
- UC08 Vraag auditgegevens op
- UC11 Nummer uit verkeer halen
- UC12 Match identificerende gegevens
- UC13 Opschonen loggegevens
- UC16 Toets of het nummer een BSN is (voorheen Zoek nummer)
- UC17 Authenticeren
- UC18 Autoriseer verzoek
- UC19 Leg bericht vast
- UC21 Registreren opgewaardeerd Sofi-nummer
- UC22 Registreren instantiewijziging
- UC23 Opvragen BSN op basis van identificerende gegevens
- UC24 Verificatie van identiteitsdocumenten
- UC25 Periodieke controle nummers (in bewerking)
- UC26 Vastleggen protocolgegevens
- UC27 Genereren nummers
- UC28 Ophalen nummergegevens
- UC29 Ophalen nummerfouten uit het nummerfoutenlogboek
- UC30 Ophalen protocolgegevens
- UC31 Vastleggen autorisatiegegevens
- UC32 Vastleggen foutvermoeden
- UC33 Stellen bulkvraag
- UC34 Ophalen antwoord bulkvraag
- UC35 Opvragen BSN t.b.v. schoning en initiële vulling
- UC37 Verwerken bulkvraag
- UC38 Detecteren misbruik
- UC39 Doorvoeren correctie nummerregister
2. Functionaliteit BV BSN
2.1. Globale use case beschrijving
In onderstaande paragrafen is de benoemde functionaliteit in het use case model uitgewerkt. Een gedetailleerde uitwerking van de scenario’s is te vinden in de use case specificatie van betreffende use case. Een use case specificatie bevat altijd een hoofdscenario waarin alles goed gaat om het doel te bereiken. Daarnaast kunnen er alternatieve scenario’s zijn die afwijkingen van het hoofdscenario beschrijven, bijvoorbeeld als er iets mis gaat, en aangeven hoe een actor het doel op alternatieve wijzen kan realiseren. In onderstaande paragrafen is een globale beschrijving van de use cases opgenomen.
2.1.1. UC02 Controleer BSN en identificerende gegevens
De use case “Controleer BSN en identificerende gegevens” beschrijft de stappen voor het controleren of de set van identificerende gegevens uit de registratie GBA of RNI, behorende bij het opgegeven BSN, overeenkomt met de opgegeven set identificerende gegevens uit het bericht.
2.1.2. UC03 Haal op set identificerende gegevens
De use case “Haal op set identificerende gegevens” beschrijft de stappen voor het ophalen van een unieke set identificerende gegevens uit de registratie GBA of RNI, behorende bij een BSN.
2.1.3. UC04 Distribueer nummer
De use case “Distribueer nummer” beschrijft de stappen van het genereren en distribueren van nummers in batches aan de actoren BC GBA, en BC RNI.
2.1.4. UC05 Registreer nummertoekenning
De use case “Registreer nummertoekenning” beschrijft de stappen voor het registreren van een toekenning van een BSN. Het nummer is door de toekennende instantie toegekend aan een gerechtigde en is daarna niet meer beschikbaar als toe te kennen nummer.
2.1.5. UC06 Hang registratie om bij BSN
De use case “Hang registratie om bij BSN” beschrijft de stappen voor het omhangen van een registratie bij een BSN. Bij het omhangen van een BSN, wordt in het nummerregister de registratie waarin de gegevens van een persoon zijn opgenomen, gewijzigd (bijvoorbeeld een wijziging van RNI naar GBA).
2.1.6. UC07 Ophalen berichten uit berichtenlogboek
De use case “Ophalen berichten uit berichtenlogboek” beschrijft de stappen voor het opvragen van de gegevens uit het berichtenlogboek die in de BV BSN zijn vastgelegd.
De beheerorganisatie BV BSN en het Foutenmeldpunt kunnen gegevens uit het berichtenlogboek opvragen.
2.1.7. UC08 Vraag auditgegevens op
De use case “Vraag auditgegevens op” beschrijft de stappen voor het opvragen van auditgegevens die in het auditloboek van de BV BSN zijn vastgelegd. In alle use cases is beschreven dat elke stap die door de BV BSN wordt verricht in een auditlog wordt vastgelegd. Hierdoor is het mogelijk te bepalen welke stappen een bericht heeft doorlopen en wat het resultaat van de verwerking is geweest.
De beheerorganisatie van de BV BSN kan de auditgegevens van de berichten opvragen.
2.1.8. UC11 Nummer uit verkeer halen
De use case “Nummer uit verkeer halen” beschrijft de stappen voor het uit verkeer halen van een BSN.
2.1.9. UC12 Match identificerende gegevens
De use case “Match identificerende gegevens” beschrijft de stappen voor het zoeken naar het bestaan van een BSN of SoFi-nummer op basis van een set identificerende gegevens. Aan de hand van de opgegeven identificerende gegevens wordt aan verschillende registraties gevraagd of er personen staan geregistreerd die “matchen” met die gegevens.
2.1.10. UC13 Opschonen gegevens
De use case “Opschonen gegevens” beschrijft de stappen voor het opschonen van berichten/gegevens uit de volgende logboeken:
- Schonen berichtenlogboek
- Schonen nummerfoutenlogboek
- Schonen protocollogboek
- Schonen auditlogboek
2.1.11. UC16 Toets of nummer een BSN is
De use case “Toets of nummer een BSN is” beschrijft de stappen voor het zoeken van een nummer in de BV BSN. Aan de hand van het opgegeven nummer wordt gezocht of een toegekend nummer overeenkomt met het opgegeven nummer. Het zoeken vindt dus niet plaats in de registraties, maar in het BV BSN register zelf.
2.1.12. UC17 Authenticeren
De use case “Authenticeren” beschrijft de stappen voor het authenticeren van een gebruiker van de BV BSN.
2.1.13. UC18 Autoriseer verzoek
De use case “Autoriseer verzoek” beschrijft de stappen voor het bepalen van de autorisatie van een verzoek in de BV BSN.
Autoriseren is het al of niet toekennen van bepaalde rechten aan een gebruiker of een systeem waarvan de identiteit is vastgesteld. Het vaststellen van de identiteit van een gebruiker of een systeem wordt het ‘authenticeren’ (zie UC 17) genoemd.
2.1.14. UC19 Leg bericht vast
De use case “Leg bericht vast” beschrijft de stappen voor het vastleggen van een bericht in het berichtenlogboek. Het kan hierbij gaan om een vraag- of een antwoordbericht. Dit wordt bepaald door de stap van de use case, waarin deze use case leg bericht vast wordt aangeroepen.
2.1.15. UC21 Registreren opgewaardeerd sofi-nummer
De use case “Registreren opgewaardeerd sofi-nummer” beschrijft de stappen voor het registreren van een tot BSN opgewaardeerd sofi- nummer. In onderstaand model is de use case “Registreren opgewaardeerd Sofi-nummer” weergegeven.
2.1.16. UC22 Registreren instantiewijziging
De use case “Registreren instantiewijziging” beschrijft de stappen voor wijzigen van de instantie, waaraan een BSN is toegekend, naar een andere instantie (bijvoorbeeld bij een herindeling of splitsing van een gemeente.)
2.1.17. UC23 Opvragen BSN op basis van identificerende gegevens
De use case “Opvragen BSN op basis van identificerende gegevens” stelt gebruikers in staat om op basis van een minimale set van identificerende gegevens een BSN op te vragen.
2.1.18. UC24 Verificatie van identiteitsdocumenten
De use case “Verificatie van identiteitsdocumenten” beschrijft de stappen voor het valideren van de geldigheid van een documentnummer.
2.1.19. UC25 Periodieke controle nummers
De use case “Periodieke controleren nummerregister” beschrijft de stappen voor het periodiek controleren van burgerservicenummers en Sofi-nummers.
2.1.20. UC26 Vastleggen protocolgegevens
De use case “Vastleggen protocolgegevens” beschrijft de stappen voor het bijhouden van protocolgegevens. Hierbij worden alle gegevensverstrekkende acties voor ieder BSN geregistreerd en vastgelegd.
2.1.21. UC27 Genereren nummers
De use case “Genereren nummers” beschrijft het proces waarbij nieuwe nummers die kunnen worden toegekend als Burgerservicenummer worden gegenereerd en in het register worden opgenomen.
2.1.22. UC28 Ophalen nummergegevens
De use case “Ophalen nummergegevens” beschrijft de stappen voor het ophalen van de gevraagde nummergegevens die in de BV BSN zijn vastgelegd. De beheerorganisatie BV BSN en het Foutenmeldpunt kunnen gegevens uit het nummerregister opvragen.
2.1.23. UC29 Ophalen nummerfouten uit het nummerfoutenlogboek
De use case “Ophalen nummerfouten uit het nummerfoutenlogboek” beschrijft de stappen van het doorgeven van nummerfouten aan het Foutenmeldpunt. De nummerfouten worden opgehaald uit het nummerfoutenlogboek. De bevraging vanuit het foutenmeldpunt wordt periodiek uitgevoerd. Gezien de BV BSN niet op de hoogte is van deze periode wordt deze meegegeven in het vraagbericht (begin- en einddatum), zodoende worden alleen gegevens van een bepaalde periode opgehaald waarbij de status van de foutmelding “Open” is. Voor de meldingen die worden doorgegeven wijzigt de status naar “Doorgegeven aan Foutenmeldpunt”.
2.1.24. UC30 Ophalen protocolgegevens
De use case “Ophalen protocolgegevens” beschrijft de stappen voor het opvragen van protocolgegevens die in het protocollogboek van de BV BSN zijn vastgelegd. De beheerorganisatie van de BV BSN kan het protocollog opvragen.
2.1.25. UC31 Vastleggen autorisatiegegevens
De use case “Vastleggen autorisatiegegevens” beschrijft de stappen voor het vastleggen van autorisatiegegevens in de BV BSN.
De gegevens worden door de beheerorganisatie van de BV BSN opgegeven.
2.1.26. UC32 Vastleggen foutvermoeden
De use case “Vastleggen foutvermoeden” beschrijft de stappen voor het melden van een foutvermoeden door een beheercomponent. Deze worden vastgelegd in het nummerfoutenlogboek
2.1.27. UC33 Stellen bulkvraag
De use case “Stellen bulkvraag” stelt gebruikers in staat om meerdere vragen met betrekking tot het opvragen van het BSN op basis van identificerende gegevens. De gebruiker krijgt een behandelnummer terug en kan later op basis van dit behandelnummer het antwoord op de bulkvraag ophalen. Het betreft hier een tijdelijke dienst van de BV BSN.
2.1.28. UC34 Ophalen antwoord bulkvraag
De use case “Ophalen antwoord bulkvraag” stelt gebruikers in staat om antwoord te krijgen op de eerder gestuurde bulkvraag om bij de opgegeven identificerende gegevens het BSN te zoeken (zie UC33) middels het behandelnummer.
Het betreft hier een tijdelijke dienst van de BV BSN.
2.1.29. UC35 Opvragen BSN t.b.v. schoning en initiële vulling
De use case “Opvragen BSN t.b.v. schoning en initiële vulling” stelt gebruikers in staat om op basis van een minimale set van identificerende gegevens een BSN op te vragen. Het betreft hier een tijdelijke dienst van de BV BSN.
2.1.30. UC37 Verwerken bulkvraag
De use case “Verwerken bulkvraag” verwerkt de gestelde bulkvraag (zie BV BSN UC34) op een door het systeem bepaald moment. Hierna wordt het antwoord op de bulkvraag klaargezet, zodat dit kan worden opgehaald (zie BV BSN UC35).
Het betreft hier een tijdelijke dienst van de BV BSN.
2.1.31. UC38 Detecteren misbruik
De use case “Detecteren misbruik” bewaakt het berichtenverkeer en signaleert uitzonderingssituaties aan de beheerorganisatie BV BSN.
2.1.32. UC39 Doorvoeren correctie nummerregister
De use case “Doorvoeren correctie nummerregister” beschrijft de stappen voor het corrigeren van een record in het nummerregister. De beheerorganisatie BV BSN kan een correctie doorvoeren.